Vragen van de leden
Irrgang
(SP) en
Blanksma
(CDA) aan de minister van Financiën over compensatie voor woekerpolissen (ingezonden 4 november 2010).
Antwoord van minister
De Jager
(Financiën) (ontvangen 17 december 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 618.
Vraag 1 t/m 3
Wat is uw reactie op de uitzending van Kassa van 30 oktober 2010 over woekerpolissen?1
Heeft u redenen om aan te nemen dat de in de uitzending geschetste voorbeelden onjuist zijn waarbij twee polishouders beter
af zijn door over te stappen naar een andere verzekering omdat dit uiteindelijk voordeliger is dan de compensatie aan het
einde van de looptijd van hun huidige verzekering?
Zijn deze twee voorbeelden volgens u representatief voor houders van woekerpolissen of heeft u redenen om aan te nemen dat
deze voorbeelden niet representatief zijn?
Antwoord 1 t/m 3
Ik heb kennis genomen van de uitzending, maar vind het wenselijk om gepaste afstand te bewaren en heb er dan ook geen inhoudelijke
reactie op.
Ik heb geen redenen aan te nemen dat de in de uitzending geschetste voorbeelden onjuist zijn. Ik kan niet beoordelen of deze
voorbeelden representatief zijn.
Ik denk overigens dat het zinvol is onderscheid te maken tussen de bedoeling van de compensatie, namelijk om te compenseren
voor te hoge kosten in producten verkocht in het verleden en het vraagstuk of het voor individuele consumenten beter kan zijn
om over te stappen naar een ander financieel product. Dit laatste vraagstuk kan door wijzigingen in de (persoonlijke) omstandigheden
bij elk financieel product aan de orde zijn, ook als de kosten niet te hoog waren. Het lijkt mij verstandig als consumenten
zich over deze laatste vraag laten adviseren.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de klant centraal stellen door verzekeraars in dit geval met zich meebrengt dat een verzekeraar er zijn
klanten op wijst dat ze beter af zijn zonder compensatie maar met een ander goedkoper product bijvoorbeeld in de vorm van
banksparen?
Antwoord 4
Ik denk niet dat een verzekeraar die de klant centraal stelt, tegen zijn klant moet zeggen dat ze beter af zijn zonder compensatie.
Een klant die onder de getroffen regelingen recht heeft op compensatie krijgt die. Iets anders is dat verzekeraars hun klanten
wel goed moeten informeren en geen onnodige overstapbelemmeringen moet opwerpen.
Vraag 5
Bent u bereid verzekeraars te verzoeken om polishouders actief te informeren in de gevallen waarin het voordeliger is voor
polishouders om over te stappen?
Antwoord 5
Ja, dat heb ik besproken met verzekeraars en zij hebben mij daarover in bijgevoegde brief 2aangegeven dat zij inderdaad actief willen communiceren over mogelijkheden tot aanpassing of omzetting van bestaande producten.
Of het in concrete situaties wel in het belang van de klant is om van deze mogelijkheden gebruik te maken, is echter een adviesvraag
die veelal op de weg van de verzekeringsadviseur ligt.
Vraag 6
Vindt u het juist dat in één van de voorbeelden bij eventuele overstap hoge extra kosten in rekening worden gebracht terwijl
de polishouder al jarenlang hoge kosten heeft betaald?
Antwoord 6
Ik heb mij laten uitleggen dat er geen sprake is van extra kosten, maar van kosten die over de hele looptijd van het product
worden verdeeld en die bij tussentijdse afkoop ineens in rekening worden gebracht in plaats van gespreid. De regelingen bevatten
overigens afspraken over compensatie bij voortijdige beëindiging.
Vraag 7
Deelt u de mening dat verzekeraars in zo’n geval geen extra overstapkosten meer in rekening zouden moeten brengen waarbij
Achmea een positief voorbeeld is?
Antwoord 7
Ik vind inderdaad dat er geen sprake zou moeten zijn van extra overstapkosten of boetes. Maar dat is wat anders dan het in
rekening brengen van kosten op het moment van afkoop die anders over de gehele looptijd in rekening gebracht zouden worden.
Vraag 8
Wat vindt u van de recente uitspraak van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) die in de uitzending wordt
aangehaald?
Antwoord 8
Het is niet aan mij om een oordeel te geven over uitspraken van de Beroepscommissie van het Kifid.
Vraag 9
Vindt u het wenselijk als mensen alsnog via een procedure hun recht gaan halen? Zo nee, is de Wabekelnorm dan een goed instrument
om tot een alternatieve oplossing te komen?
Antwoord 9
Het staat een ieder vrij om via een procedure hun recht te gaan halen. Ik denk alleen dat dit voor veel mensen niet meer nodig
is, gegeven de compensatie die nu overeengekomen is. Tegenover de kans op een gunstiger uitkomst bij het ingaan van een procedure
staat het nadeel van een langere periode van onzekerheid.
Vraag 10
Wordt de Wabekelnorm tussentijds nog geëvalueerd?
Antwoord 10
De Wabekenorm dient als richtpunt in het civiele geschil tussen polishouders en verzekeraars en behoeft als zodanig geen evaluatie.
XNoot
1 Kassa, 30 oktober 2010.
XNoot
2Zie bijlage bij Kamerstuk 29 507, nr. 95.