Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over softdrugsbeleid (ingezonden 26 november 2010).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 8 december 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht «Amsterdam wil geen pasjessysteem coffeeshops»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Hoe verhoudt zich uw uitgangspunt dat een pasjessysteem overlast moet tegengaan met de uitspraak van de Amsterdamse burgemeester dat Amsterdam geen overlast ervaart van bezoekers van coffeeshops? Bent u van mening dat een pasjessysteem de drugscriminaliteit zal doen afnemen? Zo ja, hoe dan? Zo nee, waarom wilt u toch een pasjessysteem invoeren?

Bent u bereid het invoeren van het pasjessysteem over te laten aan die gemeenten die het nodig denken te hebben? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Doel van een pasjessysteem is het bevorderen van kleinschaligheid. De relatie tussen deze maatregel en drugcriminaliteit is dat kleinschaligheid leidt tot een geringere aanvoer van cannabis naar de coffeeshop. Landelijke invoering voorkomt dat zich een waterbed-effect voordoet en er regionaal coffeeshoptoerisme op gang komt. Verder verwijzen wij naar het antwoord op de vragen van het lid Van der Ham (vraagnummer 2010Z17721, ingezonden 25 november 2010) en de daarin genoemde drugsbrief.

Vraag 4

Deelt u de mening dat door het invoeren van een pasjessysteem gebruikers die geen pasje hebben hun toevlucht zullen nemen tot illegale verkooppunten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u voorkomen dat de verkoop van cannabis nog meer in de illegaliteit verdwijnt?

Antwoord 4

Het is niet uitgesloten dat een deel van de gebruikers zonder pasje zijn toevlucht zal nemen tot illegale verkoopunten. Illegale verkooppunten worden conform de wettelijke mogelijkheden aangepakt door het lokale bestuur, het Openbaar Ministerie en de politie.

Vraag 5

Deelt u de mening dat gebruikers die bij illegale verkooppunten cannabis kopen eerder in aanraking zullen komen met andere (hard)drugs? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u daar tegen doen?

Antwoord 5

Die mogelijkheid bestaat. Bij illegale verkooppunten is geen controle mogelijk op de middelen die daar worden aangeboden. Illegale verkooppunten worden conform de wettelijke mogelijkheden aangepakt door het lokale bestuur, het Openbaar Ministerie en de politie.

Vraag 6

Bent u van mening dat het drugsbeleid benaderd moet worden vanuit de «harm-recution» en dus met een grote gezondheidscomponent? Zo nee, wat is er veranderd aan het uitgangspunt ? Zo ja, hoe gaat u dat vormgeven?

Antwoord 6

Wij delen de mening dat drugsbeleid moet worden benaderd vanuit zowel de gezondheidscomponent als handhaving en overlastbestrijding. Ons beleid is daar ook op gericht.

Vraag 7

Bent u van mening dat het huidige drugsbeleid jongeren beschermen en weerbaar maken tegen gebruik en koop bij drugsrunners en andere illegale verkopers van softdrugs? Zo nee, waarom niet en welke echte oplossingen gaat u voorstellen? Zo ja, welke cijfers tonen aan dat de strafbaarstelling van drugsverkoop via drugsrunners en andere illegale verkopers succesvol is?

Antwoord 7

Het weerbaar maken van jongeren tegen drugs is onderdeel van het gezondheidsbeleid. Deze problematiek laat zich niet makkelijk in cijfers vatten.

Vraag 8

Deelt u de mening dat al jaren verbod op verbod wordt gestapeld, maar dit niet het gewenste effect heeft? Deelt u de mening dat preventie en handhaving juist daarom hand in hand moet gaan? Zo ja, wat gaat u eraan doen. Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Wij zijn met u van mening dat preventie en handhaving hand in hand moeten gaan. Er bestaat momenteel een noodzaak tot intensivering van de bestuurlijke en justitiële aanpak van de georganiseerde misdaad. Het is van belang dat de overheid hierbij als één front optreedt tegen de georganiseerde misdaad.

Vraag 9

Maakt u zich ook zorgen om de schooluitval van jongeren onder de 18 jaar en jongeren erboven door gebruik van genotsmiddelen, waaronder cannabis? Welke preventieve maatregelen wil u nemen zin om schooluitval door genotsmiddelen tegen te gaan? Of bent u van mening dat het sluiten van coffeeshops of ontmoedigen van verkoop van softdrugs via coffeeshops een adequaat middel is om jongeren af te houden van het gebruik van softdrugs? Zo nee, waarom meent u toch maatregelen te moeten nemen tegen coffeeshops? Zo ja, kunt u dit staven aan de hand van cijfers?

Antwoord 9

Volgens onderzoek spelen veel factoren een rol bij schooluitval. Cannabis is daarbij een factor, maar niet de belangrijkste. Via het partnership vroegsignalering wordt ingezet op tijdige detectie door zorgverleners van beginnende alcohol- en drugsproblematiek.

Vraag 10

Kent u het artikel «Het Nederlands drugsbeleid en de wet van de remmende voorsprong»?2

Antwoord 10

Ja.

Vraag 11

Deelt u de mening van de schrijver dat Nederland haar voorsprong op het gebied van liberaal drugsbeleid heeft verloren door de wet van de remmende voorsprong? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Nee, die mening deel ik niet. De veranderende aard van de drugsproblematiek vraagt om aanpassingen in ons beleid om problemen zo goed mogelijk op te lossen. Hoe onze oplossingen zich verhouden tot die in andere landen is daarbij niet leidend.

Vraag 12

Bent u met de schrijver van mening dat slimme en creatieve juristen moeten kijken naar de mogelijkheden voor een gereguleerde of gelegaliseerde aanvoer om op die manier legaal drugsbeleid te kunnen voeren?

Antwoord 12

Nee, die mening deel ik niet. Het reguleren van de achterdeur zien we niet als oplossing voor de bestaande problemen.

Vraag 13

Bent u van mening dat het niet mogen telen van wiet door coffeeshops of het niet hebben van een grotere handelsvoorraad korte metten zal maken met criminaliteit, overlast en intimidatie? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord 13

Indien u bedoelt te vragen of het toestaan van het telen van wiet en van een grotere handelsvoorraad criminaliteit zal helpen voorkomen, dan verwijzen wij u naar ons antwoord op de vragen 12 en 15.

Vraag 14

Hoe moet overlastgevende thuisteelt tegengegaan worden nu het telen van wiet door coffeeshops niet mogelijk wordt gemaakt?

Antwoord 14

Het telen van wiet is verboden op grond van de Opiumwet. Dit geldt zowel voor thuisteelt als voor de meer professioneel georganiseerde teelt. Overlastgevende thuisteelt moet krachtig worden tegengegaan en wordt daarom bestuurlijk en justitieel gehandhaafd.

Vraag 15

Is het verhogen van de handelsvoorraad volgens het voorstel van Commissie-Van de Donk een manier om criminaliteit begaan tegen de loopjongens van cannabis tegen te gaan? Zo ja, bent u bereid deze loopjongens deze bescherming te bieden? Zo nee, waarom niet en welk middel is wel effectief?

Antwoord 15

Dit punt zullen wij meenemen in de brief die wij binnenkort aan uw Kamer zullen sturen, ter voorbereiding van het aangekondigde debat over het drugsbeleid.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Ham (D66), ingezonden 26 november 2010 (vraagnummer 2010Z17721).


XNoot
1

Nu.nl, Amsterdam wil geen pasjessysteem coffeeshops», 19 november 2010.

XNoot
2

NJB, «Het Nederlands drugsbeleid en de wet van de remmende voorsprong», 2010, 2580–2587.

Naar boven