Vragen van het lid Jansen (SP) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over imidacloprid en thiacloprid in relatie tot bijensterfte. (ingezonden 2 augustus 2010).

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 29 september 2010). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 3187.

Vraag 1

Onderschrijft u de conclusie van toxicoloog Henk Tennekes1 dat in de praktijk imidacloprid en thiacloprid veel langzamer worden afgebroken dan gedacht, dat zij daardoor langer schadelijk blijven voor bijen en bovendien al schadelijk blijken bij een minimale hoeveelheid? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke vervolgacties, zoals een herziening van het toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, acht u noodzakelijk?

Antwoord 1

Het artikel van de heer Tennekens laat aan de hand van laboratoriumgegevens zien dat een simpele dosis-effectrelatie voor deze stoffen niet opgaat, maar dat bij langdurige blootstelling (met lage concentraties) een lagere totaaldosis dan bij korte blootstelling aan hogere concentraties, dodelijk is. Dit is op zich zelf een reden om alert te zijn op mogelijke gevolgen van lage concentraties van deze stoffen in het milieu.

De huidige toelatingsbeoordeling ten aanzien van het effect op bijen is gebaseerd op studies en veldonderzoek die in Europees verband zijn uitgevoerd. Daarin werden geen schadelijke langetermijneffecten gevonden op honingbijen. Op grond hiervan worden momenteel geen maatregelen voorzien.

De beoordeling van het artikel en de juistheid van de conclusies van de heer Tennekes, betreffende het risico voor bijen is niet mogelijk binnen de gestelde termijn voor beantwoording van deze Kamervragen, maar zal plaatsvinden in het kader van een bezwaarschrift dat op de toelating van Merit Turf bij het Ctgb is binnengekomen. Ik zal u informeren over de afhandeling van het bezwaarschrift.

Vraag 2

Heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) bij zijn besluit van 4 juni 2010 om Merit Turf (met als actief bestanddeel imidacloprid) toe te laten in openbare grasvegetatie en graszodenteelt het onderzoek van Tennekes meegenomen in zijn afweging? Zo neen, bent u bereid het Ctgb te vragen deze toelating op grond van deze nieuwe bevindingen van toxicoloog Tennekes in te trekken en de behandeling van de aanvraag op te schorten tot na de afronding van het grote onderzoek naar de bijensterfte in 23 landen van het Centrum voor Bijenonderzoek? Zo ja: waarom is dan toch tot toelating besloten?

Antwoord 2

Het artikel van de heer Tennekes was niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van de beoordeling van Merit Turf en kon derhalve niet in de beoordeling worden meegenomen.

Een verband tussen het gehalte imidacloprid in bodem en oppervlaktewater en bijensterfte is tot op heden wetenschappelijk niet aangetoond. Ook in de praktijk is van genoemd verband nog niets gebleken. In langlopende monitoringsonderzoeken in Frankrijk en Duitsland is geen relatie gevonden tussen wintersterfte en aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in de bijenvolken.

De aanwezigheid van parasieten en virussen en imkergerelateerde zaken, zoals de leeftijd van de koningin, blijken wel een aantoonbare rol te spelen. Zoals ik bij het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, beoordeelt het Ctgb thans een bezwaarschrift dat op het toelatingsbesluit van Merit Turf is binnengekomen.

Ik wacht deze beoordeling af.


XNoot
1

Agrarisch Dagblad, 29 juli, pag. 11 «Middelen schadelijker voor bijen dan gedacht».

Naar boven