Vragen van de leden Ten Broeke en Bosman (beiden VVD) aan de minister van Defensie over de inzetbaarheid van F16’s (ingezonden 8 november 2010).

Antwoord van minister Hillen (Defensie) (ontvangen 7 december 2010).

Vraag 1 t/m 3

Klopt het bericht1 dat tweederde van de Nederlandse F-16’s niet inzetbaar is omdat deze onderhoud behoeven? Klopt het voorts dat onderdelen uit de stilstaande F-16’s gebruikt worden om reparaties uit te voeren bij de actieve toestellen?

Deelt u de zorgen van de voorzitter van de Algemeen Christelijke Organisatie van Militairen en haar missie (ACOM), over de zorgwekkende toestand waarin de Nederlandse vloot F-16’s verkeert? Zo ja, wat zijn de plannen om deze situatie te verbeteren?

Is het nu nog mogelijk om een stabilisatiemissie in de lucht te ondersteunen? Zo ja, van welke grootte?

Antwoord 1 t/m 3

Door de veroudering van de F-16, teruglopende voorraden van onderdelen en meer in het algemeen de problemen met de materiële exploitatie zijn er periodes geweest waardoor slechts eenderde van de F-16 vloot van het Commando luchtstrijdkrachten inzetbaar was. Hierbij speelt ook een tekort aan onderhoudspersoneel een rol. Om toestellen inzetgereed te maken worden in sommige gevallen onderdelen van andere toestellen gebruikt. Dit betreft alleen toestellen die een langere periode in onderhoud zijn.

De teruglopende inzetbaarheid heeft geen invloed op de missie in Afghanistan of de beschikbaarheid voor taken van de NATO Response Force (NRF). Defensie kan voldoen aan de verplichting om een NRF-missie met negen toestellen te ondersteunen. Door de genoemde knelpunten kan echter, zonder nadere maatregelen, het voortzettingsvermogen op de langere termijn niet volledig worden gegarandeerd.

In het voorjaar van 2011 wordt de Kamer met een beleidsbrief geïnformeerd over het defensiebeleid gedurende de kabinetsperiode. In deze brief zal het evenwicht tussen het ambitieniveau, de samenstelling en toerusting van de krijgsmacht en het niveau van de defensie-uitgaven worden beschreven. Maatregelen voor de verbetering van de inzetbaarheid van de F-16 zullen deel uitmaken van de beleidsbrief.

Vraag 4 en 5

Deelt u voorts de zorgen over de situatie bij Defensie met betrekking tot de beschikbaarheid van opleidings- en trainingsfaciliteiten, munitie en reserveonderdelen, zoals ook weergegeven in uw antwoord op de vragen van de vaste commissie voor Defensie over het Materieelprojectenoverzicht 2010 van 3 november 2010?

Bent u van mening dat de gereedstelling van militaire eenheden de hoogste prioriteit moet zijn bij de krijgsmacht en dat de voldoende beschikbaarheid van opleidings- en trainingsfaciliteiten, munitie en reserveonderdelen hierbij essentieel is? Zo ja, kunt u toezeggen dat de aanstaande bezuinigingen hierop geen negatieve invloed zullen hebben?

Antwoord 4 en 5

Zoals ik heb uiteengezet in de brief van 18 november jl. (Kamerstuk 32 500 X, nr. 16) zijn de tekorten aan reservedelen en munitie toegenomen. Hierdoor kunnen reparaties vaak niet volledig worden uitgevoerd of duren de reparaties langer. Het gevolg is een lagere inzetbaarheid van het materieel. Dit heeft, net als de tekorten aan munitie, een weerslag op de geoefendheid van de eenheden en daarmee op de inzetgereedheid. Een hernieuwd evenwicht tussen de omvang en de samenstelling van de krijgsmacht en de beschikbare middelen is noodzakelijk om een krijgsmacht in stand te houden die er werkelijk toe doet. In het voorjaar zal ik in een beleidsbrief de maatregelen presenteren die daarvoor nodig zijn.


XNoot
1

de Telegraaf, «Defensie komt munitie en onderdelen tekort», 3 november 2010

Naar boven