Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de mislukte concurrentie in de post en het bericht dat de officiële cijfers van TNT over de postbezorging niet kloppen (ingezonden 4 november 2010) .

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 7 december 2010)

Vraag 1 t/m 3

Wat is uw reactie op het bericht dat de officiële cijfers van TNT over de postbezorging niet kloppen?1

Kan de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) dit bericht betrekken bij het onderzoek dat zij doet naar de naleving van de universele dienstverlening?

Op welke wijze zou het niet kloppen van de officiële cijfers van TNT de uitkomsten van het OPTA-onderzoek veranderen?

Antwoord 1 t/m 3

De 95%-norm voor overkomstduur (bezorging volgende dag na bestelling met uitzondering van zon- en feestdagen) geldt alleen voor poststukken die onder de Universele Dienst vallen, oftewel voor de brieven die door burgers en het midden- en kleinbedrijf worden aangeboden via de brievenbussen dan wel de postvestigingen van TNT. Het geldt dus niet voor alle poststukken die dagelijks door TNT worden bezorgd.

Uit de berichtgeving in het Algemeen Dagblad maak ik op dat alle poststukken (dus ook brieven van zakelijke verzenders, direct mail en periodieken) die niet de volgende dag (na bestelling) bezorgd hoeven te worden, in het zwartboek zijn vermeld, dus ook poststukken waarvoor niet de 95%-norm voor overkomstduur geldt.

Het percentage overkomstduur (gemeten over een kalenderjaar), welke TNT Post in de jaarlijkse rapportage over de Universele Dienst aan OPTA overlegt, geldt alleen voor poststukken die onder de Universele Dienst vallen.

TNT heeft over de meetmethodiek het volgende laten weten. Het onderzoeksbureau Intomart voert in opdracht van TNT Post representatief onderzoek uit dat voldoet aan Europese onderzoekseisen (ESOMAR en EN 13850).

Dagelijks worden metingen door het hele land uitgevoerd, met een totaal van ongeveer 50 000 proefbrieven per jaar. Deze proefbrieven vormen op allerlei aspecten een afspiegeling van de werkelijke poststroom. Te denken valt aan formaat, gewicht, adresseerwijze (al dan niet handgeschreven), spreiding over de week en geografie van afzenders en ontvangers.

De cijfers van het zwartboek zijn niet vergelijkbaar met de cijfers van Intomart/TNT Post, aangezien de meetmethodieken en de scope (alle poststukken versus poststukken vallend onder de Universele Dienst) verschillen.

Zoals aangegeven in de beantwoording van de kamervragen 2010Z13075 (van 17 september 2010), breidt OPTA zijn onderzoek naar het mogelijk door TNT Post niet zorgvuldig behandelen van de post (zoals het mogelijk onbeheerd achterlaten van postzakken op steunpunten), in het kader van diens plicht ervoor te zorgen dat het briefgeheim niet wordt geschonden, uit met het mogelijk door TNT Post niet behalen van de 95%-norm voor de overkomstduur (geldend voor poststukken die onder de Universele Dienst vallen). Het is aan OPTA om te bepalen of en hoe zij dergelijke berichten kan betrekken bij het onderzoek.


XNoot
1

Algemeen Dagblad, «Zwartboek TNT: post komt in 600 wijken te laat», 2 november 2010.

Naar boven