Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de milieuvergunning voor Sinterfabriek van Thermphos (ingezonden 15 november 2010).

Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 1 december 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «OM heeft Thermphos in vizier»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de provincie Zeeland een nieuwe milieuvergunning wil verstrekken voor de Sinterfabriek van Thermphos, waarin het Thermphos wordt toegestaan om tot en met 2014 0,4 nanogram dioxine per kubieke meter lucht uit te stoten, terwijl de wettelijke norm in de Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NER) op 0,1 nanogram ligt?

Antwoord 2

De provincie Zeeland heeft op 2 november 2010 besloten om de vigerende vergunning van de sinterfabriek van Thermphos te wijzigen, nadat de in maart 2008 verleende vergunning in april 2009 door de Raad van State werd vernietigd. Eén van die wijzigingen betreft het toevoegen van een norm voor de uitworp van dioxinen. Zo’n norm ontbrak in de huidige vergunning. De norm die vanaf het in werking treden van de wijziging van de vergunning zal gelden is 0,4 nanogram TEQ/Nm3. Vanaf 1 januari 2015, of zo veel eerder als technisch mogelijk en haalbaar is, geldt een norm van 0,1 nanogram TEQ/Nm3.

De Nederlandse wetgeving kent voor bedrijven zoals Thermphos geen rechtstreeks wettelijke norm voor de uitworp voor dioxinen. Dit in tegenstelling tot de wetgeving voor afvalverbrandingsinstallatie waarin zo’n grenswaarde (van 0,1 nanogram TEQ/Nm3) wèl geldt. Voor procesemissies van dioxinen zijn in sommige Europese BREF documenten (referentiedocument met beschrijving van de best bestaande technieken) emissienormen opgenomen die in de vergunningen moeten worden geïmplementeerd. In de BREF die van toepassing is op Thermphos (de BREF LVIC) is geen dioxinenorm opgenomen, omdat Thermphos voor zover bekend het enige bedrijf in de EU is dat gebruik maakt van de thermische fosfaatroute. Vandaar dat in dit geval wordt gerefereerd aan de NeR.

De NeR is overigens als best bestaande techniek (bbt) document opgenomen in de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Dat wil zeggen dat het bevoegd gezag alleen gemotiveerd mag afwijken van de algemene NeR-eis en dat deze motivering in voorkomende gevallen door de Raad van State wordt getoetst.

De opgenomen emissiegrenswaarde voor dioxinen die is opgenomen in de NeR bedraagt 0,1 nanogram TEQ/Nm3.

De provincie Zeeland heeft in haar besluit tot wijzigen van de vergunning gemotiveerd waarom een norm van 0,1 nanogram TEQ/Nm3 niet onmiddellijk realiseerbaar is. Een dergelijke norm is alleen haalbaar door middel van het bouwen van een reinigingsinstallatie, die specifiek voor Thermphos ontworpen moet worden. Dit kost onvermijdelijk een aantal jaren ontwerp- en bouwtijd. Op 1 juli 2012 moet Thermphos een plan van aanpak presenteren waarin het aangeeft hoe ze zo’n reinigingsinstallatie wil realiseren.

In de periode tot 1 januari 2015 zal Thermphos de emissie onder de 0,4 nanogram TEQ/Nm3 moeten houden door middel van het treffen van maatregelen op het vlak van onder meer gebruik van grondstoffen en bedrijfsvoering.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit onacceptabel is met het oog op de gezondheids- en milieueffecten van dioxine?

Antwoord 3

Het RIVM heeft in een tweetal onderzoeken2 vastgesteld dat de historische emissie van Thermphos niet heeft geleid tot een meetbare depositie van dioxinen buiten het bedrijventerrein. Ook heeft het aangetoond dat een mogelijke emissie van 0,4 nanogram TEQ/Nm3 in een periode van heden tot 1 januari 2015 slechts tot een geringe milieubelasting leidt en geen ontoelaatbare gevolgen heeft voor de mens, het milieu en de voedselketen.

Daarom ben ik van mening dat het verlenen van de wijzigingsvergunning aan Thermphos onder de hierboven vermelde condities acceptabel is.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de vergunning die de provincie Zeeland wil verstrekken in strijd is met de NER, aangezien de vergunde dioxine-uitstoot hoger ligt dan de norm die in de NER wordt voorgeschreven?

Antwoord 4

Zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Hoe kijkt u tegen deze kwestie aan in het licht van het feit dat mensen in Nederland en Vlaanderen met hun voedsel meer dioxine binnen krijgen dan elders in Europa?3 Deelt u de mening dat de dioxine-uitstoot van Thermphos tot een minimum beperkt moet worden, aangezien het bedrijf verantwoordelijk is voor ongeveer 35% van de Nederlandse dioxine-uitstoot?

Antwoord 5

Ik deel uw mening dat de dioxine-uitstoot van Thermphos tot het minimum beperkt moet worden. De activiteiten die daartoe worden ondernomen staan beschreven in mijn antwoord op vraag 3.

In Nederland vindt blootstelling aan dioxinen vooral via de voeding plaats. In de afgelopen decennia is deze blootstelling sterk gedaald. De blootstelling ligt op dit moment ruim onder de dagelijkse toelaatbare inname (TDI). Verwacht wordt dat de blootstelling de komende jaren nog verder af zal nemen. Extra blootstelling als gevolg van lokale emissie door Thermphos kan ertoe leiden dat deze trend (lokaal) een halt wordt toegeroepen en de blootstelling daar toeneemt. Het eerder genoemde RIVM-rapport laat echter zien dat bij een veronderstelde emissie van Thermphos ter grootte van 2 ng/m3 de dagelijks toelaatbare inname niet wordt overschreden. Datzelfde geldt voor de vergunde emissie die immers een factor 5 lager is.

Vraag 6

Deelt u de mening dat er geen milieuvergunning aan Thermphos verstrekt zou moeten worden zolang het bedrijf niet aan de Nederlandse norm voor dioxine-uitstoot voldoet, te meer daar het volgens de in het artikel geciteerde biochemicus en hoogleraar milieukunde mogelijk is voor het bedrijf om met behulp van doekenfilters en rookgasinjecties de uitstoot te verlagen tot maximaal 0,04 nanogram per kubieke meter lucht?

Antwoord 6

Zie hiervoor mijn antwoord op de vragen 2 en 3.

Vraag 7

Deelt u de mening dat de nieuwe, provinciale milieuvergunning voor Thermphos voorgedragen moet worden voor vernietiging door de Kroon, omdat de vergunning strijdig is met de NER en met het algemeen belang? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat u dat doen?

Antwoord 7

De wijzigingsvergunning die er nu ligt maakt voor het bedrijf duidelijk waar het zich aan moet houden en deze aangepaste vergunning geeft een duidelijke basis om handhavend op te treden door de provincie Zeeland.

De normen in deze vergunning zijn voor een deel een opmaat naar een verdere aanscherping over enkele jaren; het bedrijf zal dan aan de normen voor dioxine uitstoot moeten voldoen. Er zijn daarnaast afspraken gemaakt met het bedrijf om ook resterende problemen zoals de geurhinder snel aan te pakken. Er is geen acuut gevaar voor de gezondheid.

Dit alles overwegende zie ik vooralsnog geen reden om in te grijpen. Overigens is voordracht voor vernietiging ook niet aan de orde als er nog bezwaar of beroep tegen het besluit openstaat.

De VROM-Inspectie zal de aanpak op de voet volgen en zo nodig ingrijpen als blijkt dat partijen hun verantwoordelijkheid niet nemen.


XNoot
1

Pzc.nl, «OM heeft Thermphos in vizier», 12 november 2010.

XNoot
2

RIVM-rapporten inzake de dioxinen-uitworp van Thermphos:

Dioxinen in de bodem in en rond het Sloegebied. RIVM, Broekman et al. Bilthoven 2009.

De verspreiding van dioxinen rond Thermphos. RIVM, Mennen et al. Bilthoven 2010.

XNoot
3

Pzc.nl, «Doekenfilter kan dioxine tegenhouden», 10 september 2010.

Naar boven