Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 664 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 664 |
Kent u de uitspraak in de zaak Brusco vs. Frankrijk van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (14 oktober 2010)1 en het artikel «Advocaat mag altijd bij verhoor»?2
Kan de zinsnede «la Cour rappelle également que la personne placée en garde à vue a le droit d’être assistée d’un avocat dès le début de cette mesure ainsi que pendant les interrogatoires, et ce a fortiori lorsqu’elle n’a pas été informée par les autorités de son droit de se taire», zo worden uitgelegd dat er ook tijdens het verhoor een recht op aanwezigheid van een advocaat bestaat? Zo ja, wat betekent dit voor de Nederlandse praktijk met betrekking tot de aanwezigheid van een advocaat voorafgaande en tijdens het verhoor? Zo nee, waarom niet? Hoe moet die passage dan wel worden gelezen en uitgelegd?
Nee. In Brusco vs. Frankrijk legt het Hof artikel 6 van het EVRM zo uit dat een verdachte de gelegenheid moet hebben zich met een raadsman te verstaan vóór en tijdens het eerste verhoor en volgende verhoren. Door iemand als getuige (en niet als verdachte) te horen en hem evenmin op zijn zwijgrecht te wijzen wordt een schending van artikel 6 door Frankrijk aangenomen. Deze uitspraak leidt niet tot de conclusie dat los van de context van de Franse wetgeving de raadsman in het algemeen ook tijdens het verhoor aanwezig moet kunnen zijn. Er is naar aanleiding van de uitspraak in de zaak Brusco naar mijn oordeel geen aanleiding tot het nemen van aanvullende maatregelen voor de Nederlandse situatie. Voor een nadere toelichting verwijs ik u naar mijn brief met bijlage aan uw Kamer van 16 november j.l. over de aanwezigheid van de raadsman bij het politieverhoor (TK, 2010–2011, 32 500 VI, nr 15).
Deelt u de mening van de in het bovengenoemde artikel aangehaalde strafpleiter dat «vanaf nu [...] verhoren waarbij dat niet gebeurt zelfs [kunnen] worden uitgesloten van het bewijs» en dat het zaak is voor politie en justitie om een en ander onmiddellijk te gaan regelen»? Zo ja, hoe gaat u dit «onmiddellijk regelen»? Is uitsluiting van bewijs de enige sanctie in het geval dat er geen advocaat bij het desbetreffende verhoor aanwezig was? Zo nee, waarom niet?
Nee, die mening deel ik niet. Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 2 en uit de bovengenoemde brief aan uw Kamer m.b.t. de aanwezigheid van de raadsman bij het politieverhoor, is de Nederlandse werkwijze verenigbaar met artikel 6 EVRM.
Overigens heeft een verdachte in geval van verdenking van een misdrijf het recht op consultatie van een raadsman voorafgaand aan het eerste inhoudelijke verhoor. Indien ten onrechte van deze mogelijkheid geen gebruik is gemaakt, dan is het aan de rechter om conform artikel 359a lid 1 Wetboek van strafvordering te bepalen welk gevolg aan dit verzuim wordt gegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-664.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.