Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het verlof van een veroordeelde die agressie pleegde tegen politieagenten (ingezonden 15 oktober 2010).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 november 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 435.

Vraag 1 en 2

Is het waar dat de Poolse man die op 1 november 2009 op een aantal politieagenten inreed, veroordeeld is voor poging tot doodslag op drie politieagenten en 21 maanden hechtenis heeft gekregen, in afwachting van zijn hoger beroep op vrije voeten is gesteld?1

Was er sprake van schorsing van de hechtenis of van incidenteel verlof? Waarom is deze veroordeelde vrijgelaten? Op welke wijze wordt, nu hij zich onttrokken heeft aan zijn verlof, actief naar deze veroordeelde gezocht?

Antwoord 1 en 2

Ja. Aan betrokkene is op basis van de Regeling Tijdelijk verlaten van de inrichting algemeen verlof verleend. Betrokkene is na afloop van dit verlof niet teruggekeerd in de penitentiaire inrichting. Na constatering hiervan is deze onttrekking direct doorgegeven aan het CJIB. Het CJIB heeft hem per omgaande als onttrekker gesignaleerd in het Opsporingsregister (OPS).

Vraag 3

Is het waar dat deze veroordeelde ook in het buitenland een straf van twee jaar moest uitzitten? Wordt daar rekening mee gehouden bij de afweging of iemand wel of niet op vrije voeten kan worden gesteld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja. Betrokkene is bij verstek veroordeeld in Letland tot een gevangenisstraf van tweeënhalf jaar. Betrokkene zou na afloop van zijn detentie in Nederland worden uitgeleverd.

Uitlevering vormt een contra-indicatie voor het verlenen van verlof. De directeur van de betreffende inrichting had op grond van deze contra-indicatie moeten besluiten het verlof niet te verlenen.

Binnen de desbetreffende inrichting is onderzoek verricht naar het besluitvormingproces rond deze verloftoekenning. Gebleken is dat in de penitentiaire inrichting de informatie met betrekking tot de uitlevering wel aanwezig was, maar ten onrechte niet aan de orde is geweest bij de afweging om betrokkene al dan niet verlof te verlenen.

In desbetreffende inrichting zijn inmiddels maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Deze maatregelen richten zich op het verbeteren van het besluitvormingsproces inzake verloven. Ook zal worden bezien of in andere penitentiaire inrichtingen de besluitvorming rond verlof aanscherping behoeft.

Vraag 4

Kunt u zich voorstellen welke gevoelens van frustratie de vrijlating van deze verdachte bij de slachtoffers heeft achtergelaten?

Antwoord 4

Ja. Ik betreur het ten zeerste dat ten onrechte verlof is toegekend.

Op 30 september 2010 heeft het Bureau Slachtofferinformatievoorziening van het Hof per brief de gemachtigde van de vier slachtoffers geïnformeerd over het feit dat betrokkene niet is teruggekeerd van verlof.

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat agressie tegen agenten altijd bestraft moet worden en soortgelijke verdachten in de toekomst niet meer voor schorsing van hechtenis of incidenteel verlof in aanmerking mogen komen?

Antwoord 5

Met u ben ik van mening dat agressie tegen agenten een ernstig feit is en in principe tot vervolging dient te leiden. Ik ben er echter niet voor om bij voorbaat deze categorie verdachten van schorsing van de voorlopige hechtenis of (incidenteel) verlof uit te sluiten. Dit laat overigens onverlet dat bij een uitleveringsverzoek geen verlof verleend wordt.


XNoot
1

De Telegraaf, «Verbijstering over vrijlating Pool die agenten bedreigde», 14 oktober 2010.

Naar boven