Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over bestrijding van cybercrime (ingezonden 4 november 2010).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 26 november 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Politie weet weinig van internetcrimineel»?1

Vraag 2

Herkent u het beeld dat geschetst wordt in het artikel dat politie te weinig kennis heeft van internetcriminaliteit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is de geschetste kennis van de politie over internetcriminaliteit bij de zes politiekorpsen tekenend voor de kennis van de politie op dit punt bij alle politiekorpsen?

Vraag 4

Wat moet er gebeuren om de kennis bij de politie op het gebied van de bestrijding van cybercrime te vergroten?

Vraag 5

Wordt de bestrijding van cybercrime in de regel regionaal of landelijk opgespoord? Welke zaken worden regionaal opgespoord en welke landelijk?

Vraag 6

Hoeveel zaken zijn het afgelopen jaar niet door het landelijk team opgespoord? In hoeveel zaken heeft dit geleid tot vervolging en in hoeveel zaken heeft dit geleid tot een veroordeling?

Vraag 7

Hoe is de kennis ten aanzien van cybercrime en de aanpak daarvan bij de politiekorpsen geborgd?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) over bestrijding van cybercrime (ingezonden 4 november 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


XNoot
1

Algemeen Dagblad, 1 november 2010.

Naar boven