Vragen van de leden Ormel (CDA), De Roon (PVV), Voordewind (CU), Van der Staaij (SGP) en Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een ten dood veroordeling in Pakistan (ingezonden 11 november 2010).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 november 2010).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de ter dood veroordeling van mevrouw Asia Bibi door een Pakistaanse rechtbank?1

Antwoord 1

Nederland is tegen de doodstraf en betreurt de terdoodveroordeling van mevrouw Asia Bibi. Tegen het vonnis staat een beroepsmogelijkheid open.

Vraag 2

Draagt deze ter dood veroordeling bij aan de toename van bedreigingen jegens christenen in Pakistan?

Antwoord 2

Helaas staat het geval van mevrouw Bibi niet op zichzelf. Eerder werden al diverse personen terdoodveroordeeld wegens blasfemie. De doodstraf wordt in Pakistan overigens sinds 2008 niet meer uitgevoerd. Het heeft er de schijn van dat de blasfemiewetgeving soms wordt misbruikt voor persoonlijk gewin of om persoonlijke vetes uit te vechten. Niet-moslims zijn in dit verband kwetsbaar, maar het valt niet te zeggen of met deze veroordeling bedreigingen jegens christenen in Pakistan toenemen. Uiteraard zal ik de ontwikkelingen nauw blijven volgen.

Vraag 3

Zijn er nog anderen die vanwege deze zelfde beschuldigingen gevangen zitten in Pakistan?

Antwoord 3

Ja, er zijn meerdere zaken bekend van personen die worden beschuldigd van blasfemie. In 2009 registreerde de politie 41 klachten over blasfemie*. Verdachten worden veelal op basis van dun bewijs in voorlopige hechtenis gesteld in afwachting van een rechterlijk oordeel dat soms jaren op zich laat wachten, zo blijkt uit rapportages van mensenrechtenorganisaties. In het overgrote deel van de gevallen behoort de verdachte tot een religieuze minderheid.

  • * State of Human Rights in 2009, Human Rights Commission of Pakistan

Vraag 4

Kunt u aangeven waar de Pakistaanse Blasfemiewet en de zogenaamde «Hudud»-wetten op gespannen voet staan met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?

Antwoord 4

De vrijheid van meningsuiting is volgens de Pakistaanse grondwet onderworpen aan «redelijke wettelijke beperkingen in het belang van de glorie van de Islam». De blasfemiewetgeving geeft daar nadere uitvoering aan. Het Pakistaanse Wetboek van Strafrecht bevat onder meer bepalingen gericht op bescherming van religieuze overtuigingen zoals die in Pakistan beleden worden. Tezamen worden deze artikelen ook wel de blasfemiewetgeving genoemd. Hoewel alle Pakistanen, dus ook moslims, onderworpen zijn aan deze wetgeving, treffen blasfemiebeschuldigingen vooral de religieuze minderheden. Deze wetgeving staat op onderdelen op gespannen voet met de artikelen 7, 10 en 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Vraag 5

Wilt u bij de Pakistaanse autoriteiten krachtig protesteren tegen de ter dood veroordeling van mevrouw Asia Bibi en uw zorg uitspreken over Pakistaanse wetgeving die op gespannen voet staat met de internationale rechtsorde?

Antwoord 5

Nederland heeft in het afgelopen jaar herhaaldelijk zijn zorgen over de blasfemiewetgeving aan de Pakistaanse autoriteiten kenbaar gemaakt. Nog vorige week besprak de Nederlandse ambassadeur in Islamabad dit onderwerp met de minister voor Minderheden. De minister stelde de zorgen te delen en benadrukte dat de materie zijn volledige aandacht heeft. Ook de EU-vertegenwoordiging in Pakistan heeft eerder dit jaar aandacht gevraagd voor de blasfemiewetgeving en de doodstraf. Op Nederlands initiatief zal namens de EU missiehoofden en de ambassadeurs van Australië, Canada, Zwitserland en Noorwegen een brief over dit thema aan de Pakistaanse premier worden gezonden.


XNoot
1

EO, Radio 1, Dit is de dag, 9 november 2010.

Naar boven