Vragen van het lid Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de komende verkiezingen in Birma (ingezonden 8 november 2010).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 november 2010).

Vraag 1

Kent u de berichten over de verkiezingen in Birma van 7 november a.s?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat deze verkiezingen onmogelijk vrij en eerlijk kunnen zijn, zoals de autoriteiten claimen?

Zo ja, bent u bereid om zich in EU-verband sterk te maken voor een verklaring waarin de uitslag van de verkiezingen niet wordt erkend? Bent u daarbij bereid om, bilateraal en in EU-verband, andere  landen in de regio, zoals China, de Asean-landen en India, aan te sporen om de uitslag van deze verkiezingen niet te erkennen?

Vraag 2 en 3

Zowel de EU als individuele lidstaten, waaronder Nederland, hebben onmiddellijk na de verkiezingen in Birma een verklaring uitgegeven waarin aangegeven is dat de verkiezingen niet eerlijk en vrij zijn geweest. Zowel bilateraal als in het kader van de EU wordt met de Aziatische landen gesproken over de situatie in Birma, waaronder ook de verkiezingen.

4Deelt u de mening dat deze verkiezingen niet het begin mogen zijn van verminderde aandacht en afname van internationale druk op het Birmese regime van de EU en andere betrokken partijen als de Verenigde Staten, Asean, China en India?

Antwoord 4

Ja, die mening deel ik. Binnen de EU zal overleg plaatsvinden over de recente ontwikkelingen in Birma en hoe daar mee om te gaan. De verkiezingsuitslagen zijn nog niet officieel bekend gemaakt, alhoewel het ernaar uitziet dat de staatspartij USDP met grote meerderheid gewonnen heeft. Enkele oppositiepartijen lijken de uitslagen aan te willen vechten. Aung San Suu Kyi is 13 november jl. vrijgelaten, het is echter nog niet duidelijk of zij een rol kan gaan spelen in de Birmese politiek en zo ja welke. Binnen de EU zal ik pleiten voor het handhaven van de EU-sancties en nadere studie doen naar de wenselijkheid en modaliteiten van toekomstige contacten met het Birmese regime. De EU zal ook moeten blijven wijzen op de noodzaak van vrijlating van alle 2 200 politieke gevangenen.

Vraag 5

Zo ja, bent u bereid om er bij deze internationale actoren op aan te dringen zich achter een hernieuwd initiatief van VN-secretaris generaal Ban Ki Moon te scharen, dat werkelijke verbeteringen in Birma voor ogen heeft?

Antwoord 5

Zoals ook vastgelegd in de Raadsconslusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 26 april jl., geeft Nederland met de overige landen van de EU onverminderd steun aan de missie van goede diensten van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Hetzelfde geldt de internationale «group of friends of Burma». Nederland en de EU dringen er bij de Birmese autoriteiten, alsook andere landen in de betrokken regio, op aan de goede diensten van de SGVN zo goed mogelijk te benutten en te ondersteunen.

Vraag 6

Bent u bereid om u, na de verkiezingen van 7 november, binnen de Europese Unie sterk te maken voor een VN Commission of Inquiry ten behoeve van onderzoek naar oorlogsmisdaden in Birma, en te pleiten om daarover een tekst op te nemen in de Common Position on Burma?

Antwoord 6

Ja, zoals aangeven in mijn brief aan de kamer van 4 oktober 2010, ben ik voorstander van het instellen van een VN-onderzoekscommissie naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Birma. Ik zal in nauw overleg met gelijkgezinde partners bezien wat het juiste moment en meest effectieve strategie is om zo breed mogelijke steun voor een internationale onderzoekscommissie te genereren. De EU Common Position on Burma zal pas eind april 2011 voor verlenging in aanmerking komen. Tegen die tijd zal ik bezien of een tekst over de VN Commission of Inquiry in het licht van de ontwikkelingen op dat moment zinvol is.


XNoot
1

Ft.com «Burma’s electoral enigma wrapped in a farce», 3 november 2010.

Naar boven