Vragen van de leden
Leijten
en
Kooiman
(beiden SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de gemeente Rotterdam jonge kinderen
als hulp in de huishouding beschouwt (ingezonden 18 oktober 2010).
Antwoord van staatssecretaris
Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 november 2010).
Vraag 1 t/m 5
Wat is uw inhoudelijke reactie op het bericht dat de gemeente Rotterdam minder huishoudelijke hulp vergoedt voor gezinnen
met kinderen van 5–12 jaar, omdat deze kinderen geacht worden mee te helpen in de huishouding?1
Bent u van mening dat jonge kinderen taken moeten en kunnen overnemen van de professionele thuiszorg? Wilt u uw antwoord toelichten?
Welke verantwoordelijkheden hebben kinderen van 5–12 jaar naar uw oordeel voor de zorg van een gehandicapte of zieke ouder?
Waar ligt voor u de grens tussen «zelf een boterham smeren» en het verlenen van mantelzorg?
Hoe verhoudt het beleid van de gemeente Rotterdam zich tot het protocol gebruikelijke zorg?
Deelt u de mening dat het afschuiven van zorgtaken op kleine kinderen niet bevorderlijk is voor hun welzijn, schoolprestaties
en overige ontwikkelingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 t/m 5
De gemeente Rotterdam heeft beleidsregels opgesteld die zij hanteert bij de beoordeling van een aanvraag voor hulp bij het
huishouden. In deze beleidsregels is de gemeente uitgegaan van het protocol gebruikelijke zorg zoals het CIZ dit onder de
AWBZ bij huishoudelijke verzorging hanteerde. Gemeenten hebben de vrijheid om dit protocol toe te passen.
Het protocol gebruikelijke zorg gaat ervan uit dat een ouder, partner of kind de normale dagelijkse hulp bij het huishouden
biedt. Het gaat om huishoudelijke taken die naar algemeen aanvaardbare maatstaven verwacht mogen worden van ouders, een partner
maar ook van kinderen. Als het gaat om de vraag welke bijdrage kinderen kunnen leveren aan het huishouden, zijn daar grenzen
aan verbonden. Deze grenzen zijn juist nadrukkelijk opgenomen in het protocol. Bij de bijdrage die kinderen kunnen leveren
aan de huishoudelijke taken geeft het protocol aan dat de leeftijd en het psychosociaal functioneren van kinderen van invloed
is op wat je van kinderen kan en mag verwachten.
Ik vind het met inachtneming van het bovenstaande, aanvaardbaar dat kinderen, rekening houdend met hun leeftijd en naar hun
vermogen, een handje meehelpen in het huishouden, of er nu wel of niet sprake is van gezinsleden die ziek of gehandicapt zijn.
Volgens het protocol kunnen kinderen tussen 5 en 12 jaar naar hun eigen mogelijkheden betrokken worden bij lichte huishoudelijke
werkzaamheden als opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, boodschap doen, kleding in de wasmand gooien. Kinderen
vanaf 13 jaar kunnen, naast bovengenoemde taken hun eigen kamer op orde houden, d.w.z. rommel opruimen, stofzuigen, bed verschonen.
Daarbij is geen sprake van het verlenen van zorg aan een zieke of gehandicapte ouder, laat staan het overnemen van zorg. Dat
zou ik ook niet goed vinden.
Antwoord 6
Hoeveel gemeenten hanteren hetzelfde of een vergelijkbaar beleid Wet maatschappelijke ondersteuning als Rotterdam ten aanzien
van zorgtaken voor jonge kinderen.
Antwoord 6
Bij de beoordeling van aanvragen voor hulp bij het huishouden maken meer gemeenten gebruik van het protocol gebruikelijke
zorg. Hoeveel gemeenten hiervan gebruik maken, is mij niet bekend. De toepassing behoort immers tot de beleidsvrijheid van
gemeenten.
Vraag 7
Bent u bereid snel maatregelen te nemen en ervoor te zorgen dat gemeenten geen zorgtaken op kinderen afschuiven? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat gaat u ondernemen en op welke termijn?
Antwoord 7
Nee, ik ben hier niet toe bereid. Zie antwoord 1–5.
XNoot
1het Algemeen Dagblad, Rotterdamse wethouder ziet kleuter als hulp in de huishouding, 14 oktober 2010.