Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangaande kinderen die noodgedwongen thuis zitten vanwege volle scholen (ingezonden 19 oktober 2010).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 18 november 2010).

Vraag 1

Wat is uw reactie op bericht dat kinderen met psychische en gedragsproblemen niet voldoende terecht kunnen op daartoe bestemde scholen? Onderschrijft u de cijfers in het artikel? Zo nee, waarom niet?1

Antwoord 1

Ieder kind heeft recht op onderwijs, zo ook kinderen met psychische en gedragsproblemen. Voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte is extra geld beschikbaar, ofwel in de vorm van een leerlinggebonden budget ofwel in de vorm van het speciaal onderwijs. Zolang de huidige wetgeving van kracht is, geeft een indicatie recht op inschrijving bij een (v)so-school. De school heeft een wettelijk vastgelegd recht op bekostiging. Het kan dan ook niet zo zijn dat leerlingen met psychische en gedragsproblemen niet meer terecht kunnen op de voor hen bestemde scholen. Dit laat onverlet dat het wenselijk is om goed na te gaan of leerlingen echt zijn aangewezen op het (v)so. REC’s en samenwerkingsverbanden kunnen hierover afspraken maken, waardoor de toename van het aantal leerlingen in het (v)so beheerst kan worden.

Op dit moment zijn de telgegevens van 1 oktober jl. overigens nog niet beschikbaar. Maar een groei van de leerlingaantallen in het (v)so zou in lijn zijn met de trend van de afgelopen jaren. Deze groei vormt dan ook een belangrijke reden voor de invoering van het passend onderwijs.

Vraag 2

Wat wilt u doen om het hoofd te bieden aan deze problematiek? Deelt u de analyse dat rond de komende kerstvakantie scholen leerlingen moeten gaan weigeren, die normaliter anders wel aangenomen zouden worden?

Antwoord 2

Zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven, geldt zolang de huidige wetgeving van kracht is dat een indicatie recht geeft op inschrijving bij een (v)so-school. Er kan naar mijn idee dan ook geen sprake zijn van het weigeren van leerlingen.

Vraag 3

Wat is uw reactie op de kritische opmerking van de voorzitter van LVC4 over de aanstaande bezuiniging van 300 miljoen?

Antwoord 3

De voorzitter geeft aan dat de scholen in het speciaal onderwijs nu niet gaan uitbreiden om volgend jaar met tekorten te worden geconfronteerd. Zoals in bovenstaande antwoorden is aangegeven, hebben leerlingen met een indicatie zolang de huidige wetgeving geldt recht op inschrijving bij een (v)so-school. Maar REC’s en samenwerkingsverbanden zouden samen kunnen bespreken welke leerlingen echt in het (v)so ondergebracht moeten worden. Met passend onderwijs wordt vervolgens nog een stap verder gegaan en krijgen scholen meer ruimte om maatwerk voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte te leveren. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in de professionalisering van leraren en in versterking van de kwaliteit van het (reguliere) onderwijs. Door leraren beter om te leren gaan met verschillen, kunnen zij meer leerlingen een passend aanbod bieden. Dit leidt tot minder gedragsproblemen en minder verwijzingen naar het speciaal onderwijs. Daarnaast brengt de focus op taal en rekenen en het invoeren van de referentieniveaus meer structuur in het onderwijs.


XNoot
1

Trouw, «School voor moeilijk kind vaak overvol», 16 oktober 2010.

Naar boven