Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de UNESCO filosofiedag in Iran (ingezonden 5 november 2010)

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 november 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Philosophy Day Raises Questions Before It Begins» in de New York Times?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Hoe duidt u het feit dat de filosofiedag van de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO) wordt gehouden in Iran, een land waar diverse grondrechten – zoals de vrijheid van meningsuiting, vereniging en godsdienst – dagelijks met voeten worden getreden, en dat onderworpen is aan diverse VN-sancties?

Zal deze dag worden bezocht door een delegatie van de Nederlandse overheid? Zo ja, kunt u ervoor zorg dragen dat er geen Nederlandse delegatie aanwezig zal zijn? Bent u voorts bereid om het de Nederlandse burgers sterk af te raden om deze dag te bezoeken?

Heeft de Nederlandse regering reeds haar bezwaar kenbaar gemaakt bij de Verenigde Naties(VN) /UNESCO? Zo nee, waarom niet? Bent u (alsnog) bereid om u zowel in Europees als VN-verband steun te verwerven voor een dringend verzoek aan de Directeur Generaal van UNESCO Irina Bokova, om deze dag hetzij af te zeggen, hetzij te verplaatsen naar een land waar fundamentele mensenrechten wel worden gerespecteerd?

Antwoorden 2, 3 en 4

Directeur Generaal UNESCO, Irina Bokova, heeft dinsdag 9 november jl. besloten dat UNESCO niet langer bereid is zich te verbinden aan de organisatie van de wereldfilosofiedag die van 21 tot 23 november a.s. in Iran zou worden georganiseerd. UNESCO heeft geconstateerd dat Iran met betrekking tot de organisatie niet aan alle eisen van UNESCO voldoet.


XNoot
1

New York Times, «Philosophy Day Raises Questions Before It Begins», 24 oktober 2010.

Naar boven