Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over ontevredenheid van bedrijfsartsen (ingezonden 27 oktober 2010).

Antwoord van staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 november 2010).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitkomsten van het onderzoek naar arbeidstevredenheid en loopbaanwensen van bedrijfsartsen?1

Antwoord 1

Ik heb kennisgenomen van deze uitkomsten.

Vraag 2

Deelt u de veronderstelling van de onderzoeker dat het werkklimaat binnen arbodiensten er beroerd voor staat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de verklaring daarvoor?

Antwoord 2

Er zijn vanuit verschillende invalshoeken signalen gekomen over de positie van de bedrijfsarts. In gezamenlijke opdracht van mijn ministerie en het ministerie van VWS loopt thans een nader onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om knelpunten in de positie van de bedrijfsarts binnen de huidige kaders van het arbozorg systeem en in de interactie met de curatieve zorg, in beeld te brengen en te objectiveren. Het door u genoemd onderzoek onder bedrijfsartsen wordt, naast diverse andere bronnen, in het lopende onderzoek betrokken. Het onderzoek wordt voor de zomer van 2011 afgerond.

Vraag 3

Deelt u de conclusie dat er problemen zijn met het waarborgen van professionele integriteit van bedrijfsartsen in een commerciële omgeving? Zo nee, waarom niet, en zo ja, hoe is dat te verhelpen?

Antwoord 3

Ik wacht de uitkomsten van het lopende onderzoek af. In algemene zin kan gesteld worden dat het waarborgen van professionele integriteit altijd inzet en aandacht vereist. In de eerste plaats van de beroepsbeoefenaar zelf. Maar ook van zijn werkgever en van zijn beroepsvereniging. Betrokkenen dienen samen zorg te dragen voor een goede naleving van bestaande regels en professioneel statuut. Dit laat onverlet of er al dan niet in een commerciële omgeving wordt gewerkt.


XNoot
1

de Telegraaf, «Arboarts ziek van werkdruk», 22 oktober 2010.

Naar boven