Vragen van het lid
Van Raak
(SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de bezuinigingen bij het politiekorps Friesland (igezonden
4 oktober 2010).
Antwoord van minister
Opstelten
(Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 november 2010).
Vraag 1
Kent u het bericht dat de politie Friesland 144 banen schrapt vanwege aanhoudende financiële problemen?1
Vraag 2
Hoe zijn deze financiële problemen ontstaan?
Antwoord 2
De financiële problemen zijn ontstaan door een samenloop van omstandigheden. Zo is regiopolitie Fryslân met de invoering van
het Budget Verdeel Systeem (BVS) in 2007 «krimpkorps» geworden, wat een budgetreductie betekende van ca. € 2,4 mln. per jaar.
De taakstellende bezuiniging van 100 miljoen die de Nederlandse Politie is opgelegd, leidt daarnaast voor het korps tot een
afname van de rijksbijdrage van € 0,8 miljoen in 2008 tot € 3,2 miljoen in 2010. Verder is net als bij andere korpsen ook
in Fryslân sprake van een gedeeltelijke compensatie van de kosten die voortvloeien uit de CAO 2008–2010. Daarbij nemen hoge
personeelslasten minder snel af dan voorzien, doordat veel oudere personeelsleden besluiten langer door te werken. Tenslotte
is in verband met het nieuwbouwprogramma van de afgelopen jaren de rentelast voor regiopolitie Fryslân fors.
De combinatie van teruglopende inkomsten, hoge uitgaven en het onvoldoende tijdig onderkennen daarvan heeft tot de financiële
situatie geleid waarin nu krachtig bijsturen noodzakelijk is geworden.
Vraag 3
Hoe is het bedrag van 8,5 miljoen euro dat bezuinigd moet worden tot stand gekomen? Wat betekent een dergelijke bezuiniging
voor de kwaliteit van de hulpverlening en dienstverlening van het politiekorps Friesland?
Antwoord 3
De begrote sterkte eind 2010 voor regiopolitie Fryslân bedraagt 1 485fte regulier personeel. Door mijn ministerie was eerder
al berekend dat de uit de toegekende budgetten betaalbare sterkte rond 1 340 fte ligt. Het verschil van 145 fte veroorzaakt
een verschil van rond de € 8,5 miljoen. Door Andersson Advies is, in opdracht van het ministerie van BZK en het Regionaal
College van regiopolitie Fryslân, een onderzoek verricht naar de financiële situatie in het korps. Dat onderzoek bevestigt
dat het bereiken van een sluitende begroting slechts kan worden bereikt door een afname van het aantal personeelsleden.
Het korps werkt inmiddels hard aan een aanpassing van de formatie. In een eerste set van maatregelen wordt daarbij een aanpassing
van 144 fte gerealiseerd. Met de reductie van de formatie met 144 fte wordt een besparing gerealiseerd van ca. € 8.5 mln.
Ten aanzien van de hulp- en dienstverlening is geen algemene uitspraak te doen. Voor het aspect bereikbaarheid verwijs ik
naar het antwoord op vraag 4. De formatiereductie noopt het korps tot een aanpassing van haar organisatie, maar ook tot het
maken van keuzes in werkzaamheden. Zo wordt er naar gestreefd dat het horecatoezicht en toezicht bij evenementen voor een
belangrijk deel wordt overgenomen door samenwerkingsvormen in de publieke en publiek-private sfeer. Ook wordt een beweging
in gang gezet waarbij politiepersoneel tegen vergoeding wordt ingezet voor gemeentelijke handhavingstaken. Daarmee wordt door
een andere wijze van organiseren beoogd geen concessie te doen aan de uitvoering van de publieke taak op zichzelf, terwijl
de bijdrage van de politie daarin op onderdelen wordt gereduceerd.
Vraag 4
Wat vindt u van de plannen dat mensen straks niet meer overal zonder afspraak aangifte kunnen doen en dat er mogelijk bureaus
gaan sluiten? Deelt u de zorg dat hierdoor de bereikbaarheid van de politie achteruit gaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het korps realiseert een deel van de formatiereductie door de publieksfunctie te concentreren op een viertal bureaus. Tegelijkertijd
wordt echter ingezet op een brede mogelijkheid tot het doen van aangifte door stimulering van aangifte via internet en het
opnemen van aangiften op locatie. Daarmee wordt beoogd de bereikbaarheid voor het publiek op peil te houden, doordat op voorhand
beter wordt geselecteerd voor welke assistentie een menselijk contact geïndiceerd is en in welke gevallen dit uitstel kan
gedogen, danwel op andere wijze in de gevraagde assistentie kan worden voorzien. Ik deel uw zorg derhalve niet; de bereikbaarheid
wordt anders vormgegeven, maar de hulpverlening en de dienstverlening blijven gegarandeerd.
Vraag 5
Bent u bereid het politiekorps Friesland op te dragen de bezuinigingsvoorstellen terug te nemen, nu er met het aannemen van
de motie-Van Raak/Hennis-Plasschaert niet meer bezuinigd hoeft te worden?2 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar mijn brief van 1 oktober jl. aan u die ingaat op de motie Van Raak/Hennis-PLasschaert
(bijlage). Hierin staat dat de minister van BZK de korpsbeheerders en de korpschefs verzoekt geen maatregelen te treffen die
afdoen aan de kwaliteit van de politiezorg.
In het RA is besloten tot een intensivering bij de politie. Die intensivering, in combinatie met het doorzetten van een aantal
ombuigingen bij de politie, maakt 3 000 fte meer operationele sterkte mogelijk dan zonder die intensivering mogelijk zou zijn.
Ik treed binnenkort in overleg met het korpsbeheerdersberaad over de gevolgen van deze intensivering en de wijze waarop deze
over de korpsen wordt verdeeld. Dat overleg zal uitwijzen of en hoe de voorstellen van Fryslân aanpassing behoeven.
XNoot
1 SpitsNieuws, «Politie Friesland schrapt 144 banen», 1 oktober 2010.