Vragen van het lid Smits (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de dreigende sluiting van Signis locatie Zaandam en de Alexander Roozendaalschool in Purmerend (ingezonden 23 juli 2010).

Antwoord van minister Rouvoet (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 27 september 2010).

Vraag 1

Wat is uw oordeel over de dreigende sluiting van De Signis school in Zaandam en de Alexander Roozendaalschool in Purmerend?1 Wat zijn volgens u de oorzaken van de dreigende sluitingen van beide scholen?

Antwoord 1

Drie jaar geleden is scholengemeenschap Signis in Amsterdam gestart met een nevenvestiging in Zaandam. De nevenvestiging is gestart om thuisnabij onderwijs te verzorgen voor kinderen met ernstige spraaktaalproblemen die boven het Noordzeekanaal wonen. De verwachting van de gemeente en van het bestuur van de school was dat de nevenvestiging zou gaan groeien naar minimaal 75 leerlingen. Dat is niet gebeurd. Prognoses wijzen uit dat ook in de nabije toekomst geen groei is te verwacht. Het bestuur acht het huidige aantal leerlingen (circa 40) te laag om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. Daarnaast voldoet de huidige huisvesting niet. Het plan om de locatie op te nemen in de nieuwbouw van de brede school is door de gemeente afgewezen.

Het bestuur van Signis laat besluitvorming over sluiting van de vestiging in Zaandam afhangen van de uitkomsten van een onderzoek naar mogelijke andere opties voor onderwijs aan leerlingen met ernstige spraaktaalstoornissen boven het Noordzeekanaal. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van informatiebijeenkomsten met ouders over de mogelijke sluiting. In dit kader wordt ook overlegd met andere besturen van cluster 2 scholen, de regionale expertise centra en gemeenten boven het Noordzeekanaal. De resultaten worden in oktober 2010 verwacht. In ieder geval zal sluiting niet voor januari 2011 plaatsvinden.

Ook bij nevenvestiging van de Alexander Roozendaalschool in Purmerend is het verwachte aantal leerlingen (ca 80) niet gerealiseerd. Daarom heeft het bestuur van de school besloten de Alexander Roozendaalschool in Purmerend op termijn te sluiten. Op dit moment wordt er voor de vestiging in Amsterdam nieuwbouw in Zeeburg gerealiseerd. Naar verwachting kan dit gebouw met ingang van 1-8-2011 in gebruik worden genomen. Bij de bouw is rekening gehouden met de overdracht van de leerlingen uit Purmerend. Afgesproken is om de nevenvestiging in Purmerend niet eerder te sluiten dan de opening van de nieuwbouw, zodat er geen leerlingen tussen wal en schip raken. Mochten de leerlingen tegen die tijd overstappen naar de vestiging in Amsterdam, dan moet er in ieder geval voor een deel van de leerlingen bij de gemeente leerlingenvervoer worden aangevraagd.

Vraag 2

Hoeveel leerlingen met ernstige spraak-taalstoornissen zouden getroffen worden door sluiting van beide scholen en wat zijn de gevolgen voor deze leerlingen?

Antwoord 2

Op beide scholen staan circa 40 leerlingen ingeschreven. Indien er geen mogelijkheid wordt gevonden voor een aparte nevenvestiging voor leerlingen met ernstige spraakstoornissen, dan moet voor deze leerlingen een passend aanbod elders worden gevonden, bij voorkeur thuisnabij. Ouders kunnen kiezen tussen verschillende mogelijkheden. Dat kan zijn binnen het regulier onderwijs met leerlinggebonden financiering (in de klas of in een aparte voorziening als die aanwezig is) of op het speciaal onderwijs. Dat kan sowieso bij de vestigingen in Amsterdam en mogelijk boven het Noordzeekanaal, althans als er nog een nevenvesting blijft bestaan.

Vraag 3

Wat zijn de extra kosten voor gemeenten voor bijvoorbeeld leerlingenvervoer wanneer één of beide vestigingen zouden moeten sluiten?

Antwoord 3

Het leerlingenvervoer is gedecentraliseerd en wordt uitgevoerd en bekostigd door gemeenten. De gemeente waar de leerling staat ingeschreven is verantwoordelijk voor het vervoer van leerlingen met een handicap. De wijze waarop het leerlingenvervoer is geregeld kan per gemeente verschillen. Daarnaast is nog niet bekend waar de leerlingen na mogelijke sluiting ingeschreven worden, op andere vestigingen van het speciaal onderwijs of met leerlinggebonden financiering bij het reguliere onderwijs.

Het is derhalve (nog) niet vast te stellen wat de eventuele extra kosten zijn voor de diverse gemeenten waar de leerlingen wonen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat anderhalf uur heen en anderhalf uur terug een te lange reistijd is voor leerlingen om naar school te gaan, zoals wordt betoogd in een uitzending op webregio.nl?2 Zo ja, hoe verhoudt een sluiting van een school voor leerlingen met ernstige spraaktaalstoornissen waardoor zij verder moeten reizen voor onderwijs zich tot de wens van de regering om leerlingen onderwijs dichter bij huis te laten volgen?3

Antwoord 4

Ik deel de mening dat drie uur reizen per dag een lange reistijd is voor leerlingen. Daarom wordt op initiatief van het bestuur van de Signis onderzocht of er toch nog mogelijkheden zijn voor een school voor leerlingen met ernstige spraaktaalstoornissen boven het Noordzeekanaal. Ook de gemeenten zijn hierbij betrokken. In het kader van thuisnabij onderwijs kunnen ouders ook er voor kiezen om hun leerling met leerlinggebonden financiering aan te melden bij het regulier onderwijs.

Vraag 5

Hebben de scholen met u overlegd over de mogelijke sluitingen? Zo ja, wat is de uitkomst van dit gesprek? Zo nee, bent u van plan dit alsnog te doen?

Antwoord 5

Er is vooraf geen contact geweest met de scholen. Naar aanleiding van de Kamervragen is er contact opgenomen met de directeuren van beide scholen om de situatie te bespreken. Hun inzet is dat voor alle leerlingen met ernstige spraaktaalstoornissen die boven het Noordzeekanaal wonen een passend aanbod wordt gevonden, bij voorkeur thuisnabij.

Vraag 6

Ziet u mogelijkheden u om sluiting van de twee scholen te voorkomen? Zo nee, deelt u de mening dat een mogelijke samenvoeging van de twee scholen ervoor kan zorgen dat er toch nog een school voor leerlingen met ernstige spraak-taalstoornissen blijft ten noorden van het Noordzeekanaal? Bent u bereid met de besturen in gesprek te gaan over deze mogelijkheid?

Antwoord 6

Het bevoegd gezag van een school is verantwoordelijk voor de sluiting van een nevenvestiging. Er zijn geen wettelijke mogelijkheden voor de minister van OCW om sluiting te voorkomen. Zoals eerder geschreven is er contact geweest met de besturen van beide nevenvestigingen.

Op dit moment wordt op initiatief van het bestuur van Signis onderzocht of er toch een mogelijkheid is voor een school voor leerlingen met ernstige spraaktaalstoornissen ten noorden van het Noordzeekanaal. Samenvoeging van de twee nevenvestigingen zou een optie zijn gezien het totaal aantal leerlingen dat op beide nevenvestigingen onderwijs volgt.

Overigens zal bij de verdere uitwerking van passend onderwijs en het steven naar het behoud van thuisnabij onderwijs door een goede (her)spreiding van het speciaal onderwijs een belangrijk punt van aandacht zijn.


XNoot
1

http://www.assendelftonline.nl/nieuws/1-laatste-nieuws/103-ouders-in-verzet-tegen-sluiting-school-voor-kinderen-met-spraakstoornissen

XNoot
2

http://www.webregio.nl/zaanstreek/webregio-tv/video/11804967/woede-om-sluiting-speciale-school-zaandam.aspx

XNoot
3

Kamerstuk 30 597, nr. 103.

Naar boven