Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het gebrekkige openbare register voor nevenfuncties van rechters (ingezonden 12 augustus 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 september 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de onderzoeken van het Financieele Dagblad naar het niet melden van nevenfuncties door rechters?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Erkent u dat het voor het vertrouwen in de rechtspraak van groot belang is dat mensen kunnen controleren of de rechter geen belangen heeft die strijdig kunnen zijn met een onafhankelijk oordeel?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Wat is uw reactie op de rechters die, ook na aandringen van de beroepsvereniging Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, verzuimen hun nevenfuncties te melden?

Antwoord 3

Ik acht het – evenals de Raad voor de rechtspraak – van groot belang dat het nevenfunctieregister actueel en volledig is. Rechters zijn verplicht om hun nevenfuncties op te geven (artikel 44 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren). Zij kunnen op die verantwoordelijkheid worden aangesproken door het gerechtsbestuur, dat het register van nevenfuncties dient bij te houden.

Om de openbaarheid van nevenbetrekkingen van rechters te versterken en daarmee het vertrouwen in de onpartijdigheid en integriteit van de rechterlijke macht te vergroten, is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren ingediend, dat voorziet in een uitgebreidere regeling van de melding en registraties van nevenfuncties. Dit wetsvoorstel is aanhangig bij de EK (Kamerstukken I, vergaderjaar 2007/08, 29 937, A).

Vraag 4

Klopt het dat niemand actief controleert of de rechters ook daadwerkelijk al hun nevenfuncties melden? Zo ja, geeft de actuele situatie naar uw mening aanleiding om hier strakker op toe te zien en zo nodig disciplinaire straffen uit te delen?

Antwoord 4

De gerechtsbesturen wijzen de rechters op hun plicht om hun nevenfuncties op te geven, maar zij hebben over het algemeen geen zicht op welke nevenfuncties ontbreken in het register. Om de gerechtsbesturen meer mogelijkheden te geven om het niet melden van nevenfuncties te bestraffen, voorziet het hiervoor genoemde wetsvoorstel er ook uitdrukkelijk in dat rechters kunnen worden ontslagen als zij zich, na een voorafgaande waarschuwing, wederom schuldig maken aan overtreding van de wettelijke bepalingen van nevenfuncties.

Vraag 5

Welke maatregelen gaat u, danwel de Raad voor de Rechtspraak, treffen om het register van nevenfuncties zo spoedig mogelijk volledig te maken, te uniformeren (de hoeveelheid informatie over de nevenfunctie verschilt sterk per rechter), meer transparant te maken en te allen tijde actueel te houden?

Antwoord 5

De Raad voor de rechtspraak heeft, naar aanleiding van de berichten in het FD van 25 mei en 4 augustus jongstleden, de presidenten gevraagd er zorg voor te dragen, dat de registraties volledig en actueel zijn.

Het hiervoor genoemde wetsvoorstel dat aanhangig is bij de EK, voorziet in een uitgebreidere regeling van de melding en registratie van gegevens van nevenbetrekkingen. Ter aanvulling van de huidige regeling bevat de voorgestelde nieuwe regeling onder meer een bepaling die voorschrijft welke gegevens over een nevenbetrekking dienen te worden gemeld en in het register moeten worden opgenomen en de wettelijke verplichting om zowel de kennisgevingen als het register jaarlijks te actualiseren. Dit zal naar mijn mening een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de bevordering van de uniformiteit, de transparantie en de actualiteit van het register van nevenfuncties.


X Noot
1

Het Financieele Dagblad, 25 mei 2011: «Rechters mogen niet zeggen: gaat u rustig slapen, we weten wat we doen. Ze moeten zich verantwoorden» en Het Financieele Dagblad, 4 augustus 2011: «Kamer wil ingreep bij rechters, Nog steeds blijk tientallen rechters en plaatsvervangers niet alle bijbanen te melden.»

Naar boven