Vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe interim-bestuurder van het Maasstad ziekenhuis (ingezonden 23 augustus 2011)

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 september 2011).

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het bericht «Interim-directeur Maasstad elders ontslagen»?1

Deelt u de mening dat het aanstellen van de heer W. als interim-bestuurder een onzinnige beslissing is geweest, die zo snel mogelijk teruggedraaid moet worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1 en 2

Het is niet aan mij om te beoordelen of de benoeming van Peter Weeda onzinnig is geweest en of deze zo snel mogelijk moet worden teruggedraaid. Het is aan de raad van toezicht in samenwerking met de medezeggenschapsorganen om te besluiten tot de aanstelling van een nieuwe bestuurder. Bij de benoeming van een bestuurder hebben de cliëntenraad en de ondernemingsraad een adviesrecht. Wanneer blijkt dat de benoeming van een bestuurder toch ongewenst is, kan de raad van toezicht dit corrigeren door hem te ontslaan of te schorsen. Zie daarvoor ook mijn antwoorden op de Kamervragen met kenmerk 2011Z16268.

Vraag 3

Hoe wordt het vertrouwen in het ziekenhuis hersteld als het bestuur fout op fout blijft maken?

Antwoord 3

In een situatie waar het bestuur fout op fout blijft maken is het aan partijen binnen en rondom het ziekenhuis om zich te roeren. De raad van toezicht kan extra toezicht op het bestuur houden en als uiterste middel het bestuur ontslaan of schorsen. Patiënten kunnen naar aanleiding van berichtgeving wegblijven omdat zij geen vertrouwen meer hebben in het ziekenhuis. Cliëntenraden, ondernemingsraden en verzekeraars kunnen extra kritische vragen stellen en naar de Ondernemingskamer stappen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal ingrijpen als de verantwoorde zorg in het geding is. Bijsturen van het gedrag van bestuurders naar aanleiding van deze acties kan het vertrouwen in het ziekenhuis herstellen.

Vraag 4

Bent u bereid in te grijpen bij het Maasstad Ziekenhuis en te bewerkstelligen dat het bestuur onder toezicht wordt gesteld?

Antwoord 4

De IGZ oefent momenteel verscherpt toezicht uit op het Maasstad ziekenhuis. Mocht u bedoelen met bestuurlijke ondertoezichtstelling dat het bestuur uit hun functie wordt gezet, dan doet dit geen recht aan de private verantwoordelijkheid van de partijen in de zorg. De verantwoordelijkheid voor het besturen van een ziekenhuis ligt bij de raad van bestuur van dat ziekenhuis. Ik stel de kaders vast zodat anderen, zoals de raad van toezicht, de cliëntenraad, de ondernemingsraad en verzekeraars, hun verantwoordelijkheid kunnen nemen als er iets mis gaat of dreigt mis te gaan. Deze kaders worden verduidelijkt door de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) die zich op dit moment in de Tweede Kamer bevindt.

Naast de Wcz introduceer ik een aantal beleidswijzigingen die verband houden met het besturen van zorginstellingen. Ik noem de aanscherping van de fusietoetsing in de zorg, de opsplitsingsbevoegdheid voor de IGZ en mijn beleid op het gebied van continuïteit van zorg.

Extra instrumenten, in aanvulling op de instrumenten die de Wcz creëert en die daarnaast zijn aangekondigd, zijn mijns inziens niet noodzakelijk. Goed bestuur wordt niet bevorderd door nog meer nieuwe instrumenten voor de overheid of extra regelgeving. Goed bestuur verlangt onder andere de juiste cultuur binnen een organisatie. Een cultuur verander je niet met nog meer regels. Ik zie dan ook niet de noodzaak voor bestuurlijke ondertoezichtstelling als extra instrument.


X Noot
1

de Volkskrant, 22 augustus 2011.

Naar boven