Vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het aanstellen van een interim-bestuurder in het Maasstad ziekenhuis (ingezonden 22 augustus 2011).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 september 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Peter Weeda interim-bestuurder Maasstad Ziekenhuis»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het feit dat een lid van de Raad van Toezicht van het Maasstad ziekenhuis nu interim-bestuurder is van datzelfde ziekenhuis?

Antwoord 2

Het is niet aan mij om een oordeel te vormen over de benoeming van een bestuurder. De raad van toezicht is primair verantwoordelijk voor de benoeming van leden van de raad van bestuur. Bij de benoeming van een bestuurder hebben de cliëntenraad en de ondernemingsraad een adviesrecht. Uit het hierboven aangehaalde artikel en uit het persbericht van het Maasstad ziekenhuis zelf, blijkt dat beide raden betrokken zijn geweest bij de benoeming van de interim-bestuurder. De Zorgbrede Governance code van de brancheorganisatie Zorg stelt dat een voormalig lid van de Raad van Toezicht van de zorgorganisatie gedurende een periode van drie jaar na het einde van zijn toezichthoudende functie niet benoembaar is tot lid van de Raad van Bestuur. Deze code is zelfregulerend. De overheid kan deze code niet afdwingen.

Vraag 3

Bent u van mening dat dit een juiste stap is om het vertrouwen van patiënten en andere betrokkenen in het ziekenhuis te herstellen?

Antwoord 3

Het besturen van een zorgaanbieder en het beeld dat een zorgaanbieder naar buiten wil uitdragen is een zaak van het bestuur van de zorgaanbieder. Echter, aangezien zowel de ondernemingsraad als de cliëntenraad betrokken zijn geweest bij de benoeming van de interim-bestuurder, ga ik ervan uit dat er vertrouwen is bij patiënten en werknemers in het ziekenhuis. De benoeming voldoet niet aan de Governance Code van de eigen sector. Daarop zijn overigens wel uitzonderingen mogelijk. Het Maasstad ziekenhuis zal dit zelf moeten toelichten.

Vraag 4

Vindt u deze aanstelling in overeenstemming met de governance code?

Antwoord 4

Deze code is een initiatief van de brancheorganisaties. Volgens de Zorgbrede governancecode van de Brancheorganisaties Zorg (hierna: de code) is een voormalig lid van de raad van toezicht van de zorgorganisatie gedurende een periode van drie jaar na het einde van zijn toezichthoudende functie niet benoembaar tot lid van de raad van bestuur.2 Er bestaan in de code waarborgen tegen het handelen in strijd met de code. Zo hanteert de code het «pas toe of leg uit» principe, wat betekent dat wanneer een zorgaanbieder van de code afwijkt, deze afwijking verantwoord zal moeten worden. In de regel zal in het komende jaarverslag van de zorgaanbieder verantwoording volgen. Relevant is dat elke belanghebbende, zoals de cliëntenraad, terecht kan bij de governancecommissie van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. De governancecommissie behandelt klachten met betrekking tot de naleving van de code. Als uiterste middel kan het lidmaatschap van de desbetreffende zorgaanbieder worden opgezegd door de brancheorganisatie, wat ten minste reputatieschade tot gevolg heeft.

Vraag 5

Deelt u de mening dat hier een onwenselijke situatie is ontstaan, mede gezien het feit dat de rol van de Raad van Toezicht in de infectie uitbraak nog onderzocht moet worden?

Antwoord 5

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 6

Wat kunt u doen om de kennelijke bestuurscrisis in het Maasstad ziekenhuis op te lossen?

Antwoord 6

Het is niet aan mij om bij individuele ziekenhuizen in te grijpen bij een mogelijke bestuurscrisis. De verantwoordelijkheid voor het besturen van een ziekenhuis ligt bij de raad van bestuur van dat ziekenhuis. Ik stel de kaders vast zodat anderen hun rol goed kunnen spelen. De raad van toezicht kan extra toezicht op het bestuur houden en als uiterste middel het bestuur ontslaan. Patiënten kunnen naar aanleiding van berichtgeving wegblijven omdat zij geen vertrouwen meer hebben in het ziekenhuis. Cliëntenraden, ondernemingsraden, maar ook brancheorganisaties en verzekeraars kunnen extra kritische vragen stellen. De Cliëntenraad kan naar de Ondernemingskamer stappen als hij van mening is dat er sprake is van wanbestuur. Verder zal de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ingrijpen als de verantwoorde zorg in het geding is. De IGZ houdt op dit moment verscherpt toezicht op het Maasstad ziekenhuis.

Vraag 7

Bent u op de hoogte van het salaris van deze interim bestuurder?

Antwoord 7

Nee, op dit moment niet. De verantwoording van het inkomen van de interim-bestuurder zal plaatsvinden in het jaarverslag over 2011. Ik verwacht dat dit medio 2012 zal verschijnen.


X Noot
1

Zorgvisie, 17 augustus 2011.

X Noot
2

Artikel 3.2 lid 3 van de Zorgbrede governancecode.

Naar boven