Vragen van de leden Van Gent en Braakhuis (beiden GroenLinks) aan de minister-president en de minister van Financiën over het artikel «Rutte & De Jager niet de slimsten van Europa: Finland heeft bij de Grieken een onderpand bedongen in ruil voor steun» (ingezonden 22 augustus 2011).

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 7 september 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Rutte & De Jager niet de slimsten van Europa: Finland heeft bij de Grieken een onderpand bedongen in ruil voor steun»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Was u tijdens de top op 21 juli 2011 op de hoogte van deze mogelijkheid van het maken dit soort bilaterale afspraken door afzonderlijke landen? Zo ja, waarom heeft u dit de Kamer niet gemeld? Zo nee, bent u van mening dat Finland zich aan de gemaakte afspraken op 21 juli 2011 houdt?

Welke mate van ruimte voor het stellen van extra eisen door afzonderlijke lidstaten is op 21 juli 2011 afgesproken? Hoe beoordeelt u deze ruimte? Hoe apprecieert u de gevolgen voor de onderlinge solidariteit van de ondersteunende landen? Indien u hiervan op de hoogte was, waarom bent u hiermee akkoord gegaan?

Is Nederland van plan meer, evenveel of minder onderpand te vragen dan Finland voor de Nederlandse leningen aan Griekenland? Indien het kabinet van plan is een andere hoeveelheid aan onderpand te vragen, op welke manier vindt het kabinet dat te rechtvaardigen? Is deze basis van rechtvaardiging gedeeld en besproken op de top van 21 juli 2011?

Antwoord op vraag 2, 3 en 4

Zoals ik aangaf in de brief van 22 augustus jl. (kenmerk BFB 2011-1666M) is in de conclusies van de Eurotop van 21 juli 2011 voorzien in de mogelijkheid tot een onderpandregeling te komen, maar betekent dit niet dat er ruimte is voor een bilaterale overeenkomst tussen afzonderlijke landen. Zoals ik in deze brief aangeef is ook door de Finse en Griekse ministers van Financiën erkend dat er geen sprake is van een overeenkomst zonder de instemming van andere eurolanden. In de brief geef ik tevens aan dat Nederland herhaaldelijk heeft aangegeven dat Nederland geen ongelijke behandeling wenst te accepteren. Dat is mijns inziens de enige manier om solidariteit onder de ondersteunende landen te bewaren.

Vraag 5

Hoe waardeert u de onbekendheid van de Kamer met deze mogelijkheden, in het licht van het door de minister-president als noodzakelijk betitelde vertrouwen van de Kamer in het kabinet, nu het kabinet een beroep doet op de oppositiepartijen?

Antwoord 5

Zoals ik aangaf in de brief van 22 augustus jl. (kenmerk BFB 2011-1666M) is de Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de discussies rond onderpand.

Vraag 6

Kunt u deze vraag per ommegaande beantwoorden?

Antwoord 6

De vragen zijn snel beantwoord.


X Noot
1

www.welingelichtekringen.nl

Naar boven