Vragen van de leden Gerbrands  en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat topsalarissen in de zorg gewoon worden doorbetaald. (ingezonden 21 juli 2011).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 6 september 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Beloningscode zorg mislukt»?1

Antwoord 1

Ik moet eerst constateren dat deze set vragen mijn antwoorden op uw eerdere set vragen van 7 juli («over het bericht dat er vorig jaar door ziekenhuizen voor 4 miljoen aan exitpremies is uitgekeerd) heeft gekruist. Die constatering is van belang omdat ik met name in het antwoord 3 van die set ga ik in op uw soortgelijke stelling in die vraagstelling: ziekenhuizen houden zich blijkbaar niet aan de BBZ (beloningscode voor bestuurders in de zorg).

Samengevat luidde dat antwoord dat de stelling niet juist is. Dat geldt dus ook voor de stelling uit de kop van het FD-artikel.

De BBZ, evenals de komende normeringswet, richten zich op nieuwe contracten. Alle reeds bestaande contracten met de bestuurders van zorginstellingen worden gerespecteerd. Dat is juridisch onontkoombaar. Daarom kan het succes van de BBZ niet worden afgemeten aan het totale bestand van de arbeidsovereenkomsten met bestuurders, maar moet dat worden beoordeeld aan de hand van enkel de nieuw afgesloten arbeidsovereenkomsten. Dat zijn dan de contracten die vanaf 2010 zijn aangegaan, vanaf de inwerkingtreding van de beloningscode.

Ik vind het vervelend dat er een vertekend beeld ontstaat over de naleving van de BBZ door dit soort onjuiste vergelijkingen.

Verder wil ik er op wijzen dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dit voorjaar een voorstel voor een normeringswet bij de Kamer heeft ingediend. Daarin wordt ook de handhaving geregeld. Met deze wet krijgt het kabinet een goed instrument om het kabinetsbeleid op dit punt te verwerkelijken.

Vraag 2

Hoe verklaart u de schokkende cijfers uit 2010 waarbij 91% van de salarissen van de bestuurders in de zorg boven de Balkendendenorm uitkwam en nog eens 40% boven de grens van 240 000 euro?

Antwoord 2

Ik kan deze cijfers nu niet beoordelen. Jaarlijks maak ik een analyse van de inkomens van bestuurders van zorginstellingen op basis van hetgeen daarover wordt verantwoord in de jaarverslagen. Mijn analyse van de cijfers over 2010 kunt u, zoals gebruikelijk, eind dit jaar verwachten.

Wel kan ik u nu al wijzen op tabel 4 van mijn analyse over de cijfers uit 2009 (TK 30 111, nr. 52). Uit die tabel blijkt dat in 2009 81% van de inkomens van zorgbestuurders onder de 130%-norm lag en 19% erboven. Dat geeft een ander beeld dan in het FD-artikel wordt opgeroepen.

Op de analyse die ik jaarlijks aan het eind van het jaar naar de Kamer stuur, baseer ik mijn oordeel over de inkomens van zorgbestuurders. Ook in die analyse zal onderscheid worden gemaakt tussen oude contracten en contracten van na de inwerkingtreding van de BBZ.

Vraag 3

Bent u bereid met de bestuurders te overleggen en dwingende afspraken met ze te maken zodat de beloningscode wel wordt nageleefd?

Antwoord 3

Het zijn de toezichthouders die de arbeidsovereenkomsten met bestuurders sluiten (en daardoor hun inkomens bepalen), dus zij zijn degenen die ik zal aanspreken. Ik heb regelmatig contact met de twee koepels die de BBZ (beloningscode bestuurders in de zorg) tot stand hebben gebracht, de NVTZ en de NVZD. Daarin zal uiteraard de naleving en de verbetering van de naleving ter sprake komen. Uit eerder contact met hen heb ik vernomen dat hun eigen onderzoek uitwijst dat de BBZ vrijwel voor 100% wordt nageleefd. Gezien de verschillende berichten over de naleving zal ik eerst mijn eigen analyse afronden.

Verder wil ik er op wijzen dat ik recent in de Kamer heb aangegeven (bij het vragenuurtje van 7 juni) en op eerdere schriftelijke vragen van u (die van 6 juni) heb geschreven dat ik op dit moment geen instrument heb om in te grijpen in de salarissen van bestuurders en toezichthouders in de zorgsector. Ik heb de Kamer daarom in dat vragenuurtje opgeroepen om ervoor te zorgen dat het huidige wetsvoorstel over de topinkomens per 1 januari 2012 in werking kan treden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de Nota naar aanleiding van het Verslag bij het wetsvoorstel inmiddels naar de Kamer gestuurd. De naleving van de BBZ wordt met die nieuwe wet gewaarborgd. In het regeer- en het gedoogakkoord is daarom overigens ook vastgelegd dat de WNT in de huidige vorm (dus zoals het als wetsvoorstel is ingediend) wordt ingevoerd.

Vraag 4

Nu zelfs de directeur van de vereniging van zorgbestuurders erkent dat de beloningscode niet werkt, blijkt daar dan niet uit dat de code in de Wet normering topinkomens moet worden opgenomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik heb de woorden van de voorzitter (die abusievelijk als directeur wordt gepresenteerd) aan hem voorgelegd. Zijn interpretatie is dat de BBZ alleen voor nieuwe contracten geldt en dat je daar dus over moet oordelen.

Overigens is het altijd mijn bedoeling geweest om de code dwingend op te leggen op het moment dat de normeringswet in het Staatsblad staat.

Vraag 5

Gaat u de bestuursvoorzitter van het Maasstad ziekenhuis aanspreken op zijn veel te hoge beloning, mede gezien het feit dat zijn ziekenhuis in opspraak is geraakt door het niet naleven van de infectierichtlijnen?

Antwoord 5

Zoals ik in mijn antwoord op uw derde vraag al vermeldde, is het de Raad van Toezicht die de arbeidsovereenkomst met een bestuurder sluit. Op basis van de uitkomsten van de analyse over de cijfers uit 2010 zal ik enkele casussen kiezen voor een nadere bespreking met betrokkenen. De inkomenssituatie bij het Maasstadziekenhuis is zo uitzonderlijk dat de kans groot is dat het Maasstadziekenhuis daar bij zal zitten.


X Noot
1

FD, 20 juli 2011.

Naar boven