Vragen van de leden Timmermans, Dikkers en Marcouch (allen PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over anti-homo uitspraken van een Surinaamse parlementslid (ingezonden 15 juli 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 2 september 2011).

Vraag 1

Kent u de berichten over anti-homo uitspraken van het Surinaamse parlementslid Asabina die hij heeft gedaan tijdens de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblée?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat deze anti-homo uitspraken zeer onwenselijk zijn en bovendien de emancipatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders (LHBT’s) in Suriname belemmert?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Zo ja, bent u bereid om in EU-verband een gezamenlijke veroordeling van de uitspraken van dit Surinaamse parlementslid te bewerkstelligen? Bent u tevens bereid om een duurzame dialoog aan te gaan met de Surinaamse regering over LHBT-rechten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De uitlatingen van de parlementariër Asabina geven niet het standpunt van de Surinaamse regering weer. Mensenrechten (en als onderdeel daarvan de rechten van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders) zijn integraal onderdeel van de bilaterale politieke dialoog met de Surinaamse regering. Ook in EU-verband wordt met de Surinaamse autoriteiten over mensenrechten gesproken. Voorts ondersteunt mijn ministerie Surinaamse LHBT-organisaties die discriminatie van seksuele minderheden bestrijden en die de acceptatie van homoseksualiteit bevorderen in de Surinaamse samenleving.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Klaveren (PVV), ingezonden 14 juli 2011 (vraagnummer 2011Z15540).


X Noot
1

 Telegraaf, «Homohuwelijk is Europese epidemie», 13 juli 2011.

Naar boven