Vragen van de leden Van Klaveren en Dille (beiden PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de weigering van de Amsterdamse en Tilburgse GGD (ingezonden 30 juni 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 30 augustus 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Weigermoskeeën blijven buiten schot»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Wat is de reden dat de zowel de GGD in Amsterdam als in Tilburg weigeren onderzoek te doen naar kindermishandeling in de moskeeën aldaar?

Welke maatregelen bent u van plan te treffen teneinde te bewerkstelligen dat alsnog onderzoek wordt gedaan naar de misstanden in deze tempels van treurnis?

Antwoord 2, 3

Er is kennelijk een misverstand ontstaan doordat er twee onderzoeken door elkaar zijn gehaald. De mededeling die ik heb gedaan in het Algemeen Overleg Integratie op 29 juni jl. over Amsterdam en Tilburg had betrekking op de moskeeën en niet op de GGD’en ter plaatse. Meteen na het AO is met de betrokken gemeenten en GGD’en contact geweest en is het misverstand opgehelderd en rechtgezet.

Het gaat in casu om twee verschillende onderzoeken. Het eerste onderzoek, uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut betrof een onderzoek naar de pedagogische lespraktijken in het moskeeonderwijs in Tilburg en Amsterdam. Aanleiding hiervoor was de berichtgeving in de media over dubieuze lespraktijken in het weekendonderwijs. Dit onderzoek is gestart op 1 juli 2008 en is helaas voortijdig afgebroken omdat ondanks inspanningen het niet lukte om te komen tot concrete afspraken met de moskeebesturen tot het verrichten van onderzoek. Hierover heb ik u bericht per brief van 14 januari 2011 (Kamerstuk 31 143 nr. 86).

Het andere onderzoek betreft een inventariserend onderzoek van GGD Nederland, in opdracht van de ministeries van VWS en BZK, naar de aard en omvang van signalen van kindermishandeling in de sociale leefomgeving van kinderen (niet zijnde de thuis- en formele schoolsituatie). Aanleiding voor het onderzoek van GGD Nederland waren verontrustende signalen over kindermishandeling in de sociale leefomgeving2 die naar voren kwamen uit een pilotonderzoek van de GGD Den Haag. Naar aanleiding hiervan heeft de GGD Den Haag in 2009 een werkwijze ontwikkeld waarbij de JGZ tijdens het reguliere contactmoment systematisch navraag doet naar dit soort situaties. Deze werkwijze is in het landelijke onderzoek uitgebreid naar GGD’en van Rotterdam en Eindhoven. Het onderzoek is nog gaande en de resultaten van het onderzoek van GGD Nederland worden eind 2011 verwacht.

Voor deelname aan dit vervolgonderzoek zijn verschillende gemeenten benaderd. Bij de selectie van gemeenten voor deelname aan het onderzoek zijn een aantal criteria benoemd, zoals: de praktische inpasbaarheid van het onderzoek, de omvang en kenmerken van de 9–10 jarige populatie in de gemeenten en de beschikbare middelen. Uiteindelijk is besloten om (naast de gemeente Den Haag) het onderzoek uit te voeren in de gemeenten Rotterdam en Eindhoven.


X Noot
1

De Telegraaf, 29 juni 2011.

X Noot
2

Sociale leefomgeving is al het intermenselijk contact in de maatschappij bijvoorbeeld sportclub, buurthuis, moskee, kerk etc. (definitie GGD Den Haag).

Naar boven