Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over martkbeheermaatregelen (ingezonden 29 juli 2011).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 29 augustus 2011).

Vraag 1, 2

Klopt het dat DG Agri positief op het Nederlandse initiatief, om tijdelijke marktbeheersmaatregelen (passend binnen GMO) welke gedragen en gefinancierd wordt door de Nederlandse glastuinbouwsector, heeft gereageerd? Waarom is het initiatief dan alsnog doorgeleid naar DG Competition?

Bent u bereid DG Agri te wijzen op het feit dat de marktbeheersmaatregelen onder het Integrale GMO verordening regime vallen en dus onder zijn verantwoordelijkheid valt?

Antwoord 1, 2

Op 12 augustus jl. heeft de Europese Commissie laten weten het instellen van tijdelijke marktmaatregelen die verder gaan dan de gemeenschappelijke marktordening niet toe te staan. Het betreft hier een besluit van de Europese Commissie waarbij in de voorbereiding daarvan verschillende diensten van de Europese Commissie betrokken zijn. Het is niet aan een lidstaat om te bepalen op welke wijze besluitvorming binnen de Europese Commissie zou moeten plaatsvinden dan wel hoe verantwoordelijkheden zouden moeten worden verdeeld.

De tijdelijke marktbeheersmaatregelen zoals deze waren voorgesteld door de sector omvatten afspraken van private partijen waarbij werd voorgesteld om aan aanbodbeperking te doen. Dergelijke afspraken passen niet binnen de GMO en vereisen daarom een ontheffing van de Commissie. De afspraken waarvoor de ontheffing wordt gevraagd, raken direct aan het mededingingsrecht.

Vraag 3

Deelt u de mening dat geen sprake kan zijn van een precedentwerking omdat de situatie de rondom EHEC-bacterie specifiek is te omschrijven?

Antwoord 3

Hoewel ik de kans klein acht, kan er zich in de toekomst een nieuwe situatie voordoen waarin sprake is van dezelfde, of in grote mate vergelijkbare omstandigheden, als de huidige EHEC-crisis.

Vraag 4

Bent u bekend met het feit dat een derde van glastuinbouwbedrijven inmiddels in bijzonder beheer zit bij de bank en dat er kans is op technisch failliet verklaring bij het teeltwisselmoment in september?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze kwestie ernstige impact heeft op de topsector glastuinbouw in Nederland?

Antwoord 5

De EHEC-crisis geeft eens te meer aan dat de sector – ondanks zijn technologische toppositie – op de markt kwetsbaar is. Momenteel bezint de sector zich op deze kwetsbare positie. In het kader van het topsectorenbeleid zal ik hierover het gesprek met de sector aangaan.

Vraag 6

Speelt een onderbezetting door vakantie bij beide DG’s een rol bij de trage voortgang van het proces? Deelt u de opvatting dat in deze kwestie de dagen tellen? Bent u bereid om alles in het werk te stellen om het initiatief van de sector goedgekeurd te krijgen?

Antwoord 6

Nee. Zie verder mijn antwoord op vragen 9 en 10 van de vragenset van 26 juli. (Aanhangsel Handelingen, nr. 3437, vergaderjaar 2010–2011)

Naar boven