Vragen van het lid
Thieme
(PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over nieuw wetenschappelijk bewijs van de giftigheid van RoundUp
(ingezonden 5 oktober 2010).
Antwoord van staatssecretaris
Bleker
(Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 2 november 2010).
Vraag 1
Kent u het rapport «GM Soy; Sustainable?; Responsible?»?1
Vraag 2, 3, 4, 5
Bent u bekend met het feit dat een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken erop wijst dat RoundUp en glyfosfaat, in hoeveelheden
lager dan de aanbevolen hoeveelheid voor agrarisch gebruik, giftig en dodelijk zijn voor menselijke cellen, ze de werking
van hormonen verstoren en effecten hebben op het DNA? Zo ja, waarom is het middel dan nog steeds toegestaan en wordt het op
grote schaal gebruikt?
Bent u op de hoogte dat RoundUp en glyfosfaat, wederom met het gebruik van hoeveelheden die aanbevolen zijn, giftig en dodelijk
zijn voor amfibieën en vissen? Zo ja, bent u van plan het gebruik van deze giftige stoffen sterk te beperken in verband met
de verplichtingen vanuit de Flora-en Faunawet, de Kaderrichtlijn Water en de Natuurbeschermingswet? Zo nee, waarom niet?
Hoe oordeelt u over de bevindingen dat geboorteafwijkingen en miskramen een sterke relatie vertonen met het gebruik van glyfosfaat
en RoundUp?
Hoe oordeelt u over de bevindingen dat blootstelling aan glyfosfaat en RoundUp de kans op verschillende typen kanker sterk
doet toenemen?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Een middel wordt alleen toegelaten als er bij gebruik volgens voorschrift geen onaanvaardbare risico’s zijn voor mens, dier
en milieu. Dat geldt ook voor RoundUp en glyfosaat.
Een toelating is gebaseerd op een beoordeling van een uitgebreid dossier waarin aandacht is voor alle effecten zoals die zijn
opgesomd in bovenstaande vragen (zoals celtoxiciteit, hormonale werking, effect op DNA, aquatox, effect op de reproductie
en carcinoge werking). Bovendien is glyfosaat, als werkzame stof van gewasbeschermingsmiddelen, Europees onderzocht en op
bijlage I van de gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn 91/414/EEG geplaatst.
Vraag 6
Kunt u inzicht geven in het gebruik van RoundUp en glyfosfaat in Nederland, zowel door overheidsdiensten als (agrarische)ondernemers
en particulieren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het CBS inventariseert het gebruik van bestrijdingsmiddelen ongeveer elk 4e jaar. De laatste inventarisatie in de landbouw
was over 2008. Het CBS inventariseert het gebruik in 56 gewassen, echter niet het gehele gebruik. In 2005 is voor het laatst
een schatting gemaakt van het gebruik van glyfosaat in de verschillende gebruiksgebieden. Zie de tabel. Verder inventariseert
de overheid jaarlijks de totaalafzet van glyfosaat in Nederland. De gemiddelde afzet in de afgelopen 6 jaar was circa 960
ton.
Sector/toepassingebied | Schatting omvang gebruik glyfosaat (kg) | Bron |
---|
Ondergrens | Schatting | Bovengrens |
Akker- en tuinbouw (incl. akkerranden en glasopstanden) | 165 070 | 190 000 | 345 000 | CBS-enquête 2004 |
Droge slootbodems | 18 000 | 23 000 | 28 000 | Staats et al. (2002) |
Grasland | 97 000 | 176 200 | 270 000 | LEI-BIN; dit rapport |
Hoveniers (niet verhardingen) | 10 000 | 23 000 | 50 000 | Syncera (2005); dit rapport |
Spoorwegen | 4 000 | 6 000 | 10 000 | CBS (2001) in Syncera (2005); dit rapport |
| | | | |
Gebruik op verhardingen | |
– overheden | 25 000 | 25 000 | 25 000 | Syncera (2005) |
– particulieren (incl. gebruik op niet-verhardingen) | 18 000 | 22 000 | 35 000 | Vijftigschild et al, 2005; Syncera (2005); dit rapport |
– bedrijven | 112 000 | 144 000 | 176 000 | Syncera (2005) |
– woningbouwverenigingen | 7 000 | 11 000 | 15 000 | Syncera (2005) |
– recreatie | 1 000 | 1 500 | 2 000 | Syncera (2005) |
– verhardingen van land- en tuinbouwbedrijven | 5 000 | 7 000 | 9 000 | Syncera (2005) |
| | | | |
Totaal (kg) | 462 070 | 628 700 | 965 000 | |
Vraag 7
Verstrekt u informatie aan verkopers en gebruikers over de nadelige effecten van het gebruik van RoundUp en glyfosfaat? Zo
ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Aangezien de beoordeling van de mogelijke effecten, bij gebruik volgens voorschrift, heeft geleid tot een toelating zonder
onaanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu bij de voorgeschreven toepassing, is het niet noodzakelijk extra informatie
aan verkopers en gebruikers te verstrekken (behalve de verplichte gevaarszinnen/pictogrammen).
Vraag 8
Acht u het wenselijk dat een middel met bovengenoemde zeer giftige effecten het meest gebruikt middel tegen onkruid is? Zo
ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, wat bent u van plan hiertegen te doen?
Antwoord 8
Landbouwkundig gezien is in Nederland de werkzame stof glyfosaat een belangrijk herbicide. De reden hiervoor is dat glyfosaat
een breedwerkend middel is dat onkruiden doodt die op een andere manier moeilijk te bestrijden zijn. Ook buiten de landbouw
wordt glyfosaat toegepast, bijvoorbeeld om het spoor of verhardingen onkruidvrij te houden. Het middel is in Nederland toegelaten
en daarmee worden de risico’s voor milieu en volksgezondheid toelaatbaar geacht.
Vraag 9
Bent u, met inachtneming van het bovenstaande, voornemens om het gebruik van RoundUp en glyfosfaat te verbieden of in ieder
geval sterk aan banden te leggen? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee. RoundUp, en andere gewasbeschermingsmiddelen met de werkzame stof glyfosaat, zijn, na beoordeling door het College toelating
gewasbeschermingsmiddelen en biociden, toegelaten voor een aantal specifieke toepassingsgebieden. Dat betekent dat het risico
voor mens, dier en milieu aanvaardbaar is. In algemene zin ben ik voorstander van geïntegreerde gewasbescherming waarbij pas
chemische middelen worden ingezet als andere methoden tekortschieten.
XNoot
1 GM Watch, Groundbreaking study shows Roundup link to birth defects, 16 september 2010.