Vragen van de leden Koşer Kaya en Schouw (D66) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het hekelen van de toenemende euroscepsis in Nederland door de Poolse regering (ingezonden 6 juli 2011).

Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 11 augustus 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het artikel «Nederlandse plannen om Polen terug te sturen zijn gevaarlijk»?1

Antwoord 1

Nederland neemt een aantal maatregelen om arbeidsmigratie vanuit andere EU-landen in goede banen te leiden. Deze maatregelen, zoals uiteengezet in mijn brief van 14 april jl.2, zijn er enerzijds op gericht om te garanderen dat EU-arbeidsmigranten kunnen werken conform de Nederlandse arbeidsvoorwaarden, anderzijds wil de Nederlandse regering voorkomen dat EU-migranten een beroep doen op sociale voorzieningen die niet voor hen zijn bedoeld.

De maatregelen die Nederland neemt, zijn in overeenstemming met de Europese regels die gelden voor vrij verkeer van personen.

Vraag 2

Hoeveel van de nu in Nederland verblijvende Polen komen volgens uw plannen extra in aanmerking voor uitzetting? Op welke grond worden zij dan uitgezet?

Antwoord 2

Het aantal EU-burgers van wie het recht op verblijf wordt beëindigd laat zich niet voorspellen. Uitgangspunt is dat indien een EU-burger niet (meer) voldoet aan de voorwaarden voor verblijf van Richtlijn 2004/38, het verblijf zal worden beëindigd. Het verblijf van een EU-burger kan onder meer worden beëindigd indien hij over onvoldoende middelen van bestaan beschikt en een onredelijk beroep op bijstand doet. Gedurende de eerste drie maanden van verblijf kan een EU-burger, op grond van de richtlijn, geen beroep doen op bijstand.

Vraag 3

Bent u in overleg getreden met uw Europese – en specifiek Poolse – collega’s over deze maatregelen?

Antwoord 3

Ja. Zie ook vraag 5.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Poolse minister van Economische Zaken dat, als Nederland zonder overleg verder gaat, de onderlinge verhouding kan verzuren? Welke rol speelt het feit dat het Nederlandse bedrijfsleven in 2010 voor 7,4 miljard euro naar Polen exporteerde?

Antwoord 4

De regering is niet voornemens unilaterale maatregelen te nemen, die niet conform Europese regelgeving zijn. Om aandacht te vragen bij de Europese partners voor knelpunten rond arbeidsmigratie (zie mijn brief van 14 april jl.), voert de regering overleg met de Europese Commissie en de EU-lidstaten.

De vraag over de «Nederlandse houding ten opzichte van Polen» suggereert dat de Nederlandse beleidsvoornemens een bilateraal karakter dragen. Dat is geenszins het geval, de beoogde maatregelen om knelpunten rond de arbeidsmigratie op te lossen zijn gericht op alle arbeidsmigranten vanuit andere EU-lidstaten.

Vraag 5

Ben u van plan om te overleggen met uw Poolse collega’s over de verdere uitwerking van deze plannen? Zo ja, op welke termijn?

Antwoord 5

Over de beoogde maatregelen om knelpunten rond de arbeidsmigratie op te lossen en de uitwerking daarvan, vindt regelmatig overleg plaats met de andere lidstaten en de Europese Commissie, zowel door mijzelf als door mijn ambtenaren.


X Noot
1

Trouw, 4 juli 2011.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2010–2011, 29 407, nr. 118.

Naar boven