Vragen van de leden Brinkman (PVV) en Hennis-Plasschaert (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de liquidatie van Stanley H (ingezonden 8 maart 2011).

Nader antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 9 augustus 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nrs. 1962 en 2778.

Inleiding

Hierbij biedt ik u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen 6 en 7 die zijn gesteld door de leden Brinkman (PVV) en Hennis-Plasschaert (VVD) over de liquidatie van Stanley H.

Deze antwoorden zijn per abuis niet opgenomen in de beantwoording van 8 juni jl.

Vraag 6

Wat is de aard van de problemen met de communicatieapparatuur die direct na de liquidatie zijn ontstaan? Zo nee, waarom niet? Indien het om systeemfouten gaat, hoe kan dit in de toekomst voorkomen worden? Zijn hier kosten aan verbonden?

Antwoord 6

Alle activiteiten en verbindingen waren gericht op een heimelijke afluisteroperatie. Daardoor was het niet mogelijk om (na de aanslag) adequaat om te schakelen naar een risicovolle aanhouding. Tijdens de operatie werd met verschillende teams gewerkt. Deze stonden niet met elkaar in contact op één verbindingskanaal waardoor niet elk team in staat was direct mee te luisteren met alle gebeurtenissen of daarover met elkaar te communiceren.

Doordat gebruik gemaakt is van meerdere verbindingkanalen verliep de onderlinge communicatie en afstemming niet vlot. In de hectiek van het moment kon dat niet meer worden hersteld. Thans wordt onderzocht op welke wijze de verbindingen de operatie adequaat kunnen blijven ondersteunen, ook al neemt deze een onverwachte wending.

Vraag 7

Weet u dat het Korps landelijke politiediensten (KLPD) beklemtoont dat «(...) het niet mogelijk was om adequaat om te schakelen naar een arrestatie (...)» en dat het beleid voor toekomstige operaties is aangescherpt? Op welke punten is het beleid aangescherpt en wat zijn de gevolgen hiervan voor de inzet bij dergelijke acties in de toekomst?

Antwoord 7

De betreffende passage staat in het persbericht van het KLPD van 3 maart jongstleden. Het gaat om betere en meer systematische voorbereiding, briefing en debriefing, en evaluatie van acties inclusief afspraken over de verbindingen. Bovendien wordt de gezamenlijke geoefendheid verhoogd voor medewerkers en onderdelen die bij dit soort acties betrokken zijn. Dit alles is er op gericht om ook bij onverhoedse gebeurtenissen effectief te kunnen omschakelen en adequaat te kunnen optreden.

Naar boven