Vragen van de leden
De Caluwé
en
Ten Broeke
(beiden VVD) aan de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over hongersnood in Oost-Afrika (ingezonden 13 juli
2011).
Antwoord van staatssecretaris
Knapen
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 augustus 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Horn of Africa drought: Kenya pressed over Ifo II camp»?
Vraag 2
Onderschrijft u de stelling van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Antonio Guterres, dat de huidige hongersnood in
de Hoorn van Afrika de ergste humanitaire ramp wereldwijd betreft?
Antwoord 2
De situatie is inderdaad buitengewoon ernstig. Ethiopië, Kenia, Somalië en Djibouti kampen met de ergste droogte in 60 jaar.
Op 20 juli jl. heeft de VN verklaard dat er in twee gebieden in Somalië sprake is van hongersnood – dit is de eerste keer
in twintig jaar dat er volgens de VN in Somalië sprake is van hongersnood.
Vraag 3 en 4
Kunt u bevestigen dat tienduizenden vluchtelingen het risico lopen te verhongeren zolang noodhulp hen niet bereikt omdat het
vluchtelingenkamp ten noordoosten van Nairobi, geschikt voor 40 000 mensen, niet opengesteld wordt door de Keniase regering?
Deelt u de mening dat, gezien de omvang van deze humanitaire ramp, alle beschikbare hulpmiddelen zonder uitstel moeten worden
ingezet en dit kamp in gebruik moet worden genomen om onnodig verder lijden te voorkomen?
Antwoord 3 en 4
Kenia biedt momenteel onderdak aan ruim 600 000 vluchtelingen, waarvan het overgrote deel in vluchtelingenkampen wordt opvangen.
Hulporganisaties zijn actief in alle kampen. Om de overbevolkte vluchtelingenkampen in Dadaab in het Noordoosten van Kenia
te ontlasten, realiseerde de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR met toestemming van de Keniaanse autoriteiten een uitbreiding
van het nabijgelegen Ifo-vluchtelingenkamp. Deze uitbreiding zal ruimte bieden aan ongeveer 40 000 vluchtelingen (zie verder
het antwoord op vraag 6).
Het is inderdaad van belang dat hulporganisaties over voldoende middelen kunnen beschikken om de toegestroomde vluchtelingen
hulp te bieden. Daarom heb ik 2 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR voor het regionale
hulpverzoek van deze organisatie. Dit maakt deel uit van een additionele bijdrage van 5 miljoen euro voor humanitaire hulp
in de Hoorn van Afrika.
Vraag 5
Met welke middelen, via bilaterale en multilaterale kanalen, heeft Nederland bijgedragen aan de totstandkoming van dit kamp?1 Welk bedrag is met deze Nederlandse bijdrage aan de totstandkoming van het kamp gemoeid?
Antwoord 5
In 2010 heeft Nederland 500 000 euro via UNHCR bijgedragen aan de uitbreiding van het Ifo-vluchtelingenkamp. Daarnaast kan
UNHCR zowel de Nederlandse ongeoormerkte bijdrage (42 miljoen euro in 2011) als de hierboven genoemde additionele bijdrage
van 2 miljoen euro op basis van de noden van zijn doelgroep inzetten.
Vraag 6
Dringt u er per direct bij Kenia op aan het vluchtelingenkamp te openen? Kan de minister bij de Europese Raad van ministers
van Buitenlandse Zaken van maandag 18 juli aanstaande bepleiten dat ook in Europees verband bij Kenia wordt aangedrongen op
opening van het kamp?
Antwoord 6
Nederland gaf op 14 juli 2011 tijdens de informele bijeenkomst van Europese bewindspersonen verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking
(informele OS-raad) in Sopot, Polen, aan dat de kampuitbreiding zo snel mogelijk geopend moet worden, en dat de EU Kenia moet
steunen.
Daarnaast heeft Nederland in Nairobi geregeld overleg met de Keniaanse regering over de vluchtelingensituatie, zowel bilateraal
als binnen EU-verband, waarbij meermaals is gepleit voor openstelling van de uitbreiding, zo ook tijdens mijn bezoek aan Kenia
op 19 juli jl. Ook andere donoren en de VN hebben bij de Keniaanse autoriteiten aangedrongen op een spoedige oplossing voor
deze kwestie.
De Keniaanse Minister-President Raila Odinga kondigde op 14 juli jl aan dat de uitbreiding van het Ifo-vluchtelingenkamp binnen
afzienbare termijn opengesteld zal worden. Ik ben verheugd over deze aankondiging. Tijdens mijn bezoek aan Dadaab op 19 juli
jl. bleek de nieuwe faciliteit echter nog niet te zijn geopend. De Nederlandse ambassade in Nairobi volgt de voortgang nauwlettend
en oefent samen met partners, waar nodig, druk uit op Kenia om de toezegging gestand te doen.
Ik heb begrip voor de uitdagingen waar de Keniaanse autoriteiten voor staan bij de opvang van het grote aantal vluchtelingen,
en waardeer hun inspanning om tot een oplossing te komen.
X Noot
1 Nederland besteedt in 2011 ruim € 13 miljoen aan ontwikkelingshulp in Kenia, daarnaast besteedt de EU in de periode 2008–2013
€ 400 miljoen aan ontwikkelingshulp in Kenia. Wereldwijd besteedt Nederland in 2011 € 170 miljoen aan noodhulp, draagt circa
5% bij aan het voor 2008–2013 vastgestelde budget van € 22,7 miljard van het Europees Ontwikkelingsfonds.