Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over toekomstige faillissementen van voetbalclubs (ingezonden 8 oktober 2010).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 oktober 2010).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «KNVB: Aantal clubs dit seizoen nog failliet»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw mening over de situatie waarin deze clubs, en de gemeente die hen soms ondersteunden, nu verkeren?

Antwoord 2

De betreffende clubs moeten zorg dragen voor een verantwoorde bedrijfsvoering.

Vraag 3

Wat zijn de gevolgen van een faillissement van een profclub op het aanbod van jeugdopleidingen? Wat zijn die gevolgen voor de breedtesport in de betreffende stad en regio?

Antwoord 3

Mede op basis van informatie van de zijde van de KNVB kan gezegd worden dat een inschatting van de mogelijke gevolgen van een faillissement samenhangt met de concrete omstandigheden van en de omgeving waarin de club of wel de betaald voetbal organisatie (bvo) functioneert. Globaal zijn daarbij de volgende varianten te onderscheiden.

  • Niet elke bvo heeft een eigen jeugdopleiding. Er zijn namelijk bvo’s die een samenwerkingsverband zijn aangegaan en hun jeugdopleidingen hebben gebundeld in een regionaal opleidingsinstituut. Indien een van deelnemende bvo’s failleert, dan zal dit in beginsel weinig of geen gevolgen hebben voor de jeugd en hun voetbalopleiding.

  • Indien een bvo wel een eigen jeugdopleiding heeft en failliet gaat, bestaat de mogelijkheid dat deze na afwikkeling van het faillissement, verder gaat als amateurvereniging. De jeugd kan dan, zo wordt ingeschat, opgeleid blijven worden.

  • Uitsluitend indien een bvo die zelfstandig een jeugdopleiding in stand houdt, volledig ophoudt te bestaan, zal ook de betreffende jeugdopleiding geheel ophouden te bestaan. Gevolgen voor de opleiding van jeugd worden als gering ingeschat, omdat veelal de verzorging van deze activiteiten kan geschieden door andere amateurverenigingen in de betreffende regio en/of stad.

Ten aanzien van de mogelijke gevolgen voor de breedtesport worden geen direct nadelige gevolgen verwacht voor de deelname aan activiteiten, gezien het wijdvertakte systeem van lokale sportverenigingen en andere organisaties.

Vraag 4

Deelt u de mening dat, als gevolgt van de voorgenomen bezuinigingen op de publieke omroep, de kans groot is dat meer profclubs nog verder in de financiële problemen zullen komen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De voorgenomen bezuinigingen op de publieke omroep zullen niet eerder dan 2013 ingaan. De NOS heeft bovendien tot 1 juli 2013 een contract met de eredivisie met betrekking tot het uitzenden van samenvattingen van de wedstrijden uit de eredivisie. De bezuinigingen op de publieke omroep zullen het betaald voetbal daarom op korte termijn niet raken. De bezuinigingen op de publieke omroep kunnen op de langere termijn wel gevolgen hebben voor het betaald voetbal. De door de bezuinigingen kleinere financiële ruimte van de publieke omroep kan invloed hebben op de besluitvorming van de NOS om na 1 juli 2013 wel of niet mee te dingen naar de uitzendrechten van de samenvattingen van de eredivisie en voor welke bedragen. Hoe groot het risico is dat profclubs hierdoor verder in de financiële problemen komen, is op dit moment niet in te schatten.

Vraag 5

Wat kan de Rijksoverheid doen om het aanbod van sport voor jongeren te garanderen als een aanbieder van het formaat van een profclub onverhoopt zou wegvallen?

Antwoord 5

De KNVB en de aangesloten (amateur)verenigingen zijn goed in staat voor het voetbalaanbod voor jongeren zorg te blijven dragen. Voor de rijksoverheid is hier geen rol weggelegd.


XNoot
1

Nos.nl, «KNVB: aantal clubs dit seizoen nog failliet», 6 oktober 2010.

Naar boven