Vragen van het lid Helder (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht: «Wachtlijst PBC vertraagt zaak» (ingezonden 9 juni 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 juli 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2931.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het bericht «Wachtlijst PBC vertraagt zaak»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de rechtszaak tegen een vrouw, die verdacht wordt van moord op haar zoontje, grote vertraging oploopt door enorme wachtlijsten bij het Pieter Baan Centrum (PBC)?

Antwoord 2

De hier bedoelde rechtszaak kan op dit moment nog niet inhoudelijk door de rechtbank worden behandeld, omdat het nader gedragskundig onderzoek door het PBC nog niet is afgerond. Het verzoek tot nader gedragskundig onderzoek door het PBC is eerst tijdens de derde pro forma zitting door de advocaat van de verdachte gedaan. Dit, in combinatie met de opgelopen wachttijd voor klinische pro justitia-rapportages bij het PBC, is de reden dat deze zaak pas later inhoudelijk behandeld kan worden.

Vraag 3 en 6

Hoeveel andere rechtszaken lopen vertraging op door deze wachtlijsten?

Welke maatregelen gaat u nemen om een einde te maken aan de wachtlijsten bij het PBC?

Antwoord 3 en 6

Op peildatum 19 juli 2011 stonden er met name vanwege de geringe beschikbaarheid van psychiaters bij het PBC 60 observandi op de wachtlijst, terwijl een wachtlijst van ongeveer 40 observandi gemiddeld is. Hierdoor lopen er op dit moment ongeveer 20 rechtszaken vertraging op.

Het NIFP heeft daarom maatregelen getroffen om dit aantal zoveel mogelijk terug te dringen. Met deze maatregelen wordt vooral beoogd de inzetbaarheid van psychiaters te verhogen. De psychiaters die in dienst zijn van het PBC worden daarom op dit moment zoveel mogelijk ingezet voor het opstellen van pro justitia-rapportages. Andere taken van deze psychiaters, zoals procesbegeleiding, zijn deels belegd bij andere deskundigen, niet-zijnde psychiaters. Daarnaast heeft het PBC meer freelance psychiaters aangetrokken.

Voorts heeft het NIFP besloten om vanuit de ambulante locaties psychiaters, die gekwalificeerd zijn voor het maken van pro justitia-rapportages, in te zetten in het PBC. Onderzocht wordt nog of het mogelijk is klinische onderzoeken ook op andere locaties te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld in een Forensisch Psychiatrische Kliniek. Door een betere geografische spreiding kan de inzetbaarheid van freelance psychiaters worden verhoogd.

Het NIFP werkt in nauwe samenwerking met de Rechterlijke Macht en het Openbaar Ministerie aan een verbetering van de aard en diepgang van de onderzoeken die Pro Justitia dienen te worden uitgevoerd. Naar verwachting neemt hierdoor de vraag naar onderzoeken door het PBC af. Het streven is deze vernieuwde procedure in 2012 landelijk in te voeren.

Vraag 4 en 5

Is het voorgekomen dat er een rechtszaak plaatsvond, terwijl er (nog) geen advies was van het PBC? Zo ja, hebt u enig idee over de omvang daarvan?

Deelt u de mening dat het toch niet zo kan zijn dat rechtszaken vertraagd worden, omdat er (nog) geen advies is van het PBC, of nog erger, een rechtszaak zonder advies van het PBC plaatsvindt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 5

Het is van groot belang dat de rechter een zo volledig mogelijk beeld heeft van zowel de strafbare feiten die zich hebben afgespeeld, als de persoonlijkheid van de verdachte. Als het opsporingsonderzoek en het gedragskundig onderzoek niet zijn afgerond, kan de zaak in beginsel niet inhoudelijk door de rechtbank worden behandeld en wordt deze aangehouden.

In zaken waarin aanleiding is onderzoek te doen naar de persoonlijkheid van de verdachte met het oog op een mogelijke terbeschikkingstelling of plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis schrijft de wet voor dat twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, betrokkene hebben onderzocht. Het is niet altijd noodzakelijk dat dit in de vorm van klinisch onderzoek bij het PBC gebeurt. Ook ambulant onderzoek door ten minste twee gedragsdeskundigen behoort tot de mogelijkheden. In de praktijk worden er meer ambulante dan klinische onderzoeken uitgevoerd.

In de overgrote meerderheid van het aantal aangevraagde gedragsonderzoeken gaat het overigens niet om een terbeschikkingstelling of plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis en volstaat onderzoek door één gedragsdeskundige.


X Noot
1

Telegraaf, 07 juni 2011.

Naar boven