Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de verwikkelingen in een zaak van het Europees Arrestatiebevel (ingezonden 7 juni 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 25 juli 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2928.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat een Nederlandse man die werd overgeleverd aan Polen gedurende zijn anderhalve dag durende transport naar de Poolse gevangenis geen eten en geen drinken heeft gehad?1

Antwoord 1

Met het oog op de beantwoording van de vragen heb ik de Poolse autoriteiten om informatie gevraagd. Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld dat betrokkene op 27 mei 2011 is overgebracht naar Polen op een vlucht die rond 12.00 uur vanaf Schiphol vertrok en om 15.25 aan kwam in Minsk Mazowiecki, in de nabijheid van Warschau. De beoogde landing op het vliegveld van Warschau bleek niet mogelijk wegens de tijdelijke sluiting ervan in verband met de aankomst van de president van de Verenigde Staten van Amerika. Betrokkene werd vanuit Minsk per politieauto, bestemd voor gedetineerdentransport, overgebracht naar een detentiecentrum van de politie in Warschau, alwaar hij om rond 20.30 uur aan kwam. Gedurende de vlucht heeft betrokkene gegeten van het voedsel dat hij bij zich had in zijn bagage. In Warschau kreeg hij avondeten aangeboden. De volgende morgen werd betrokkene ontbijt aangeboden en om 10.45 uur werd hij, opnieuw per politieauto, overgebracht naar de afdeling voor voorlopig gehechten van de gevangenis van Zlotów, op een afstand van 400 km van Warschau.

Vraag 2

Deelt u de mening dat, als het mogelijk is dat medegevangenen of bewakers medicijnen van een gevangene stelen die noodzakelijk zijn in verband met een levensgevaarlijke kwaal, de situatie wat betreft de zorg voor de gezondheid van Nederlanders die worden overgeleverd aan Polen zeer te wensen overlaat? Hoe oordeelt u over het feit dat de gevangene, toen hij klachten kreeg als gevolg van het ontbreken van medicatie, gedurende meer dan 48 uur geen toegang kreeg tot een arts?

Antwoord 2

Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld, dat betrokkene gedurende zijn overbrenging zijn medicijnen had en dat hij tijdens zijn overbrenging naar Polen en daarna binnen Polen, noch na aankomst in Zlotów heeft geklaagd over diefstal van zijn medicijnen. Betrokkene is op 29 mei om 10.00 ’s-ochtends door een arts medisch onderzocht, waarbij hij zijn gezondheidsproblemen heeft kenbaar gemaakt. Hij heeft daarop ook medicijnen ontvangen ter behandeling van deze problemen.

Vraag 3

Wat is uw reactie op de verklaring van de advocaat van de Nederlander over de video-opnamen van het gesprek tussen de gevangene en de advocaten de vallen onder de categorie geheimhoudersgesprek?2 Deelt u de mening dat video-opnamen van geheimhoudersgesprekken strijdig zijn met de regels betreffende een eerlijk proces en dat dit tevens strijdig is met de vertrouwelijkheid die geldt tussen geheimhouder en cliënt?

Antwoord 3

Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld dat er geen sprake is geweest van het maken van video-opnamen van betrokkene en zijn raadsman. De detentie-eenheid waar het overleg tussen betrokkene en zijn raadsman heeft plaatsgehad, is voorzien van een veiligheidscamera. Deze registreert uitsluitend beeld en geen geluid. De beelden worden niet opgeslagen. De zichtbare camera is ter plaatse aangebracht naar aanleiding van incidenten, te weten het gebruik van geweld van gedetineerden tegen hun raadsman en het binnenbrengen van drugs door raadslieden van gedetineerden.

Vraag 4

Wat is uw reactie op de verklaring van de advocaat over de situatie van overbevolking in de Poolse gevangenis die niet verbeterd zou zijn sinds 1997?

Antwoord 4

Voor de situatie in Poolse gevangenissen verwijs ik naar mijn brief van 17 februari 2011, Kamerstukken II 2010/2011, 32 317, nr. 41.

Vraag 5

Wat is uw oordeel over de situatie waarin een Nederlander wordt overgeleverd aan Polen ter zake twee van de in het totaal zes aanklachten (het specialiteitbeginsel), maar de behandelend rechter voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak reeds de mededeling doet dat hij ter zake de vier overige feiten (op grond waarvan de overlevering niet was toegestaan) een nieuw Europees Arrestatiebevel (EAB) zal uitvaardigen, met als gevolg dat het reizen van de reeds overgeleverde persoon onmogelijk wordt gemaakt en hetgeen in strijd is met het vertrouwensbeginsel? Wat is uw reactie op de opstelling van een rechter die het drukmiddel van een hoge borgsom inzet om de verdachte te bewegen alsnog toe te staan dat overige feiten op grond waarvan overlevering niet was toegestaan alsnog betrokken worden bij de behandeling? Deelt u de mening dat het onrechtmatig is om zaken waarvoor Nederlanders niet overgeleverd (kunnen) worden, alsnog bij een proces te betrekken na de overlevering? Bent u bereid om uit te zoeken hoe de gang van zaken in dit proces precies is geweest? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld, dat er geen aanwijzingen bestaan dat het Poolse gerecht voornemens is een nieuw EAB uit te vaardigen terzake van de feiten waarvoor de overlevering door de rechtbank Amsterdam is geweigerd. Evenmin is er aanleiding te veronderstellen dat de rechterlijke autoriteit het betalen van een borgsom als voorwaarde heeft gesteld aan de in vrijheidsstelling van betrokkene in ruil voor diens instemming met een vervolging in Polen voor feiten waarvoor de overlevering door de rechtbank Amsterdam is geweigerd. De borgsom is uitsluitend als voorwaarde aan de invrijheidsstelling van betrokkene verbonden. Betrokkene werd op 31 mei in vrijheid gesteld onder het betalen van een borgsom van 20 000 Poolse Zloty (ongeveer 5 000 Euro). Dit gebeurde in het verleden ook al een keer.


X Noot
1

De Telegraaf 1 juni 2011 Uitgeleverd aan Polen.

X Noot
2

www.sp.nl Nederlanders lopen gevaar door Europees Arrestatiebevel.

Naar boven