Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de opvolging van aanbevelingen van het VN-Mensenrechtencomité en de opvolging van de aanbevelingen van het VN-comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie (ingezonden 30 mei 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 juli 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het rapport van het VN-Mensenrechtencomité gedateerd op 25 augustus 2009?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het rapport VN- comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie van 25 maart 2010?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u tevens bekend met de openbare brief gericht aan de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland te Geneve van 16 december 2010 waarin de speciale rapporteur van het VN-Mensenrechtencomité de Permanente Vertegenwoordiger verzoekt om het rapport van het VN-Mensenrechtencomité onder uw aandacht te brengen? Kunt u aangeven of dit ook is gebeurd?3

Antwoord 3

Ja, ik ben bekend met deze brief.

Vraag 4

Heeft de Nederlandse regering al geantwoord op de brief van 16 december 2010? Zo ja, kunt u dat antwoord aan de Kamer toezenden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De regering heeft nog niet geantwoord op deze brief. Beantwoording zal plaatsvinden door zo spoedig mogelijke indiening van de gevraagde tussenrapportage. De verschillende Koninkrijksdelen leggen momenteel de laatste hand aan de tussenrapportage. Naar verwachting kan de definitieve tekst vóór 15 augustus bij het Mensenrechtencomité worden ingediend.

Vraag 5

Heeft de Nederlandse regering inmiddels gehoor gegeven aan het verzoek om binnen een jaar na verzending van het rapport aan te geven op welke wijze Nederland aanbeveling 21 van het rapport VN- comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie gaat uitvoeren? Zo ja, kunt u dit aan de Kamer toezenden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De regering zal uiterlijk 15 juli a.s. gehoor geven aan het verzoek van het VN-comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het niet tijdig antwoorden op de brieven afkomstig van mensenrechtencomités, en bovendien betrekking hebben op het naleven van de mensenrechten, schadelijk is voor het imago van Nederland op het gebied van mensenrechten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit verbeteren?

Antwoord 6

Nederland is zich bewust van het belang van tijdige en accurate nakoming van zijn verdragsverplichtingen. Inmiddels zijn goede procedures afgesproken om vertraging bij de aanlevering van de tussenrapportages te voorkomen.

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het algemeen overleg over mensenrechten en vrijheid van godsdienst en meningsuiting op 14 juni aanstaande?

Antwoord 7

Vanwege het noodzakelijke interdepartementale overleg bij de (tussen)rapportages worden de antwoorden op de vragen u helaas pas hierbij toegezonden.


X Noot
1

United Nations Human Rights – International covenant on civil and political rights

http://daccess-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G09/445/62/PDF/G0944562.pdf?OpenElement

X Noot
2

United Nations – International Convention on the Elimination of all forms of Racial Discrimination http://www2.ohchr.org/english/bodies/cerd/docs/co/CERD-C-NLD-CO-18–20.doc

X Noot
3

United Nations High Commissioner for Human Rights

http://www2.ohchr.org/english/bodies/hrc/docs/NetherlandsLetterE.pdf

Naar boven