Vragen van de leden Verburg en Ormel (beiden CDA) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over hoogspanningslijnen in de gemeente Zutphen (ingezonden 27 juni 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 14 juli 2011).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de zorg van inwoners van de gemeente Zutphen die onder of in de buurt van twee hoogspanningslijnen wonen?1

Antwoord 1

Ja, ik ben op de hoogte, ik heb reeds in oktober 2010 en maart 2011 brieven ontvangen van de gemeente Zutphen met het verzoek in aanmerking te komen voor het uitruilbeginsel. Overigens heb ik van verschillende gemeenten soortgelijke verzoeken gekregen.

Vraag 2

Is er sprake van hogere risico’s als er twee 150KV-hoogspanningskabels naast elkaar door een woonwijk gaan? Zo ja, hoe wordt daar richting bewoners naar gehandeld en over gecommuniceerd? Zo nee, kunt u dat onderbouwen?

Antwoord 2

Als twee hoogspanningslijnen naast elkaar worden aangelegd, wordt in beginsel een zodanige tussenruimte aangehouden dat de lijnen elkaar vanuit het oogpunt van elektrische veiligheid niet kunnen beïnvloeden. Als zich bijvoorbeeld een calamiteit zou voordoen, zoals het omvallen van een mast, kan deze de andere lijn niet raken. Ook in Zutphen is de afstand tussen de masten groter dan de hoogte van de masten. Tussen de beide lijnen bevinden zich geen woningen. Een eventuele kans op een dergelijke calamiteit speelt dus voor de bewoners uitsluitend met betrekking tot de – voor hen – dichtstbijzijnde lijn. Er is in die zin dan ook geen sprake van een verhoogd risico.

Wel is het zo, dat de magnetische velden van de beide lijnen elkaar beïnvloeden. Gezien het feit dat er geen woningen tussen de lijnen liggen is het niet waarschijnlijk dat deze parallelloop ter plaatse van de woningen een groter magneetveld genereert dan zonder parallelloop. Overigens gaat het hier om een bestaande situatie zoals bedoeld in het beleid ter zake van magneetvelden als gevolg van hoogspanningsverbindingen van het ministerie van Infrastructuur & Milieu(I&M). De aanbeveling van de Europese Unie van 100 microTesla bij bestaande situaties wordt hier niet overschreden.

Vraag 3

Hoeveel woningen bevinden zich in Zutphen in de zakelijke rechtstrook en hoe is de TenneT- toezegging inzake de 380KV-verbindingen ook van toepassing op deze situatie? Zo ja, kunt u aangeven wat dit exact betekent voor welke bewoners? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet?

Antwoord 3

In mijn brief van 8 juni 2011 (kamerstuk 31 574, nr. 18) heb ik voorgesteld om een tweeledige aanpak uit te werken om bewoners zoveel mogelijk te ontlasten van hoogspanningskabels die door woongebieden lopen. Voor 220kV-lijnen en 380kV-lijnen betreft dit de optie om woningen in de zakelijk rechtstrook uit te kopen. Voor 110kV-lijnen en 150kV-lijnen gaat het om het ondergronds brengen van knelpunten in stedelijke gebieden. Aangezien het in Zutphen gaat om hoogspanningslijnen met een spanning van 150 kV, is daar uitkoop van woningen op dit moment niet aan de orde. Op grond van nog nader vast te stellen criteria zal blijken of één of meer lijnen in Zutphen uiteindelijk in aanmerking komt of komen voor het onder de grond brengen ervan. Uw Kamer heeft mij gevraagd om deze tweeledige aanpak nader uit te werken en aan het eind van 2011 een concreet voorstel aan de Kamer te zenden. De bedoelde criteria, die ik zal opstellen in samenwerking met de Minister van I&M, zullen onderdeel zijn van deze uitwerking.

Vraag 4

Welke aanpak is mogelijk om de bedoelde twee 150KV-lijnen in de bebouwde omgeving van Zutphen ondergronds te brengen?

Antwoord 4

In het algemeen is het ondergronds brengen van 150kV-lijnen technisch mogelijk. Om na te gaan of dit betekent, dat het ondergronds brengen van de lijnen in Zutphen ook daadwerkelijk realiseerbaar is, is echter concreet onderzoek ter plaatse nodig. Daarbij moet behalve met technische zaken ook rekening worden gehouden met bijvoorbeeld de toestand van de ondergrond, het bestemmingsplan, ruimte voor de opstijgpunten en de mogelijkheden om zakelijke rechten te verkrijgen op het kabeltracé.

Vraag 5

Voor welke maatregelen wordt gekozen inzake het verdeelstation voor hoogspanning dat in de buurt van woningen in Zutphen staat?

Antwoord 5

De voorgestelde regeling in mijn brief van 8 juni jl. voorziet niet in een regeling voor hoogspanningsstations. Ik voorzie daarom geen maatregelen met betrekking tot het station Zutphen.

Vraag 6

Kunt u aangeven wat de oorzaak is van door bewoners gesignaleerde harde knallen die lijken te worden veroorzaakt door het verdeelstation? Zijn hieraan risico’s verbonden, en hoe kunnen deze worden aangepakt?

Antwoord 6

Hoogspanningsstations bevatten schakelaars voor het aan- en afschakelen van hoogspanningscircuits. Dit aan- en afschakelen gaat gepaard met geluidspieken die in sommige gevallen heel goed als een knal kunnen worden ervaren. Het is dus mogelijk, dat de door de bewoners gesignaleerde knallen inderdaad worden veroorzaakt door het hoogspanningsstation. Het station is in 2006 gerenoveerd en is toen voorzien van schakelaars met de modernste techniek. Deze maken bij het schakelen minder geluid dan de oude schakelaars. Overigens is het zelden nodig om de schakelaars te gebruiken. De circuits van een lijn zijn immers in de regel vrijwel voortdurend in bedrijf.

Dit schakelen levert geen risico's op voor de omgeving.

Vraag 7

Wilt u toezeggen dat er inzake de ontwikkeling van deze voornemens zorgvuldig en transparant wordt overlegd en gecommuniceerd?

Antwoord 7

Zoals in mijn brief en tijdens het algemeen overleg van 9 juni aangegeven, zal ik eind van dit jaar met een uitgewerkt plan komen voor de knelpunten rondom 220/380kV en 110/150 kV verbindingen. Onderdeel van deze uitwerking is ook de communicatie richting bewoners, gemeenten en provincies.


X Noot
1

Omroep Gelderland, 20 juni 2011.

Naar boven