Vragen van het lid Elissen (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gemeente Eindhoven die op onverantwoorde wijze bankier speelt (ingezonden 27 mei 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 7 juli 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2870.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Eindhoven steunt PSV met 48,4 miljoen»1 en het fragment «Eindhoven geeft PSV financiële steun»?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is er volgens u sprake van dat de gemeente Eindhoven professionele topsport subsidieert?

Antwoord 2

Het is, in het kader van de financiële autonomie van decentrale overheden, aan de gemeente zelf welk beleid zij hanteert met betrekking tot professionele topsport. Daarbij is zij begrensd door de Europese staatssteunregels (zie het antwoord op vraag 5). In dit geval is er volgens de gemeente geen sprake van een subsidie, maar van een grondtransactie.

Vraag 3

Vindt u net als wethouder Depla dat PSV een duurzaam en gezond bedrijf is?

Antwoord 3

Het is niet de rol van de minister van BZK om over de financiële gezondheid van private ondernemingen te oordelen.

Vraag 4

Vindt u dat de gemeente Eindhoven hier een financieel avontuur aangaat waar grote risico’s aan kleven? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?

Antwoord 4

De gemeente Eindhoven is als entiteit van een autonome bestuurslaag zelf verantwoordelijk voor de financiële risico’s die de gemeente wil lopen. Deze risico’s en de wijze waarop deze worden opgevangen dienen inzichtelijk te worden gemaakt in de begroting en te worden vermeld in de paragraaf weerstandsvermogen.

Het financieel toezicht op de gemeenten, zoals dat wordt uitgevoerd door de provincie, is gericht op de financiële positie van de gemeenten. Dit komt tot uitdrukking in een structureel evenwicht op de begroting en/of meerjarenraming, en de ruimte in het weerstandsvermogen. Het toezicht is niet direct gericht op het te voeren beleid van de gemeente betreffende subsidiering van professionele topsport of andere beleidsmatige beslissingen met een financiële consequentie.

Wel toetst de provinciale toezichthouder of bijvoorbeeld de paragraaf weerstandvermogen voldoet aan de eisen in het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV), en of de inhoud daarvan is doorvertaald naar de begroting. Het is allereerst een verantwoordelijkheid van de het College van B&W zelf om zich te verantwoorden richting Gemeenteraad. In die «horizontale keten» is er verder een speciale taak bij de accountant en de rekenkamer belegd. De provinciaal toezichthouder maakt in haar eigen – complementaire – taak en rol (bewaking structureel evenwicht) wel gebruik van de signalen uit de keten.

Vraag 5

Vindt u dat er hier sprake is van (verkapte) staatssteun? Zo nee, waarom niet? Acht u dit toelaatbaar?

Antwoord 5

Het correct naleven van de staatssteunregels, inclusief het oordeel of er al dan niet sprake is van staatssteun, is primair aan de gemeente zelf. Het Rijk bevordert en faciliteert uitsluitend de goede naleving, onder meer door het geven van voorlichting3 en het onderhouden van contacten met de Europese Commissie. Als er naar het oordeel van de steunverlenende overheid (mogelijk) sprake is van staatssteun, dan moet die in beginsel door middel van een meldingsprocedure worden voorgelegd aan de Europese Commissie. De Commissie beoordeelt of er inderdaad sprake is van staatssteun, en zo ja, of en onder welke voorwaarden die is toegestaan. De meldingsprocedure wordt gecoördineerd door mijn ministerie. In dit geval is er geen melding geweest.

De Europese Commissie heeft Nederland op 27 mei gevraagd om toe te lichten waarom de voorgenomen grondtransactie van de gemeente Eindhoven geen staatssteun omvat. De vraag van de Commissie is door mijn ministerie doorgeleid naar de gemeente. Die heeft aangegeven er alle vertrouwen in te hebben aan te kunnen tonen dat er bij de transactie geen sprake is van staatssteun, omdat marktconform wordt gehandeld.

Vraag 6

Vindt u dat de gemeente Eindhoven hier op oneigenlijke wijze concurreert met commerciële geldverstrekkers?

Antwoord 6

Een oordeel hierover is niet aan de minister van BZK. Zie ook het antwoord op vraag 7 c).

Vraag 7

Gaat u maatregelen tegen de gemeente Eindhoven treffen omdat ze a) onnodige financiële risico’s neemt b) (verkapte) staatssteun aan een commerciële onderneming verleent en c) financiële instellingen beconcurreert?

Antwoord 7

  • a) Zie de antwoorden op de vragen 4, 5 en 6.

  • b) Het is aan de Europese Commissie om eventueel maatregelen te nemen tegen verboden staatssteun. Als wordt vastgesteld dat staatssteun is verstrekt, terwijl dat niet was toegestaan, kan de Commissie bevelen dat de steun – met rente – wordt teruggevorderd.

  • c) Ook hier heeft de minister van BZK geen rol. Als financiële instellingen zich oneigenlijk beconcurreerd voelen door de overheid, dan kunnen zij zich wenden tot de nationale rechter of de Europese Commissie. Als de Wet Markt en Overheid in werking treedt komt daar de Nationale Mededingingsautoriteit nog bij.


X Noot
1

http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/binnenland/)/components/actueel/rtlnieuws/2011/05_mei/25/binnenland/gemeente-eindhoven-koopt-grond-psv.xml

X Noot
2

http://nos.nl/video/243226-eindhoven-geeft-psv-financiele-steun.html

X Noot
3

Zo heeft BZK in samenwerking met het VNG, IPO, de KNVB en het ministerie van VWS in 2004 het Nationaal Referentiekader steun aan betaald voetbal gepubliceerd.

Naar boven