Vragen van de leden
Brinkman
en
Elissen
(beiden PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Verbijstering na politiepromotie» (ingezonden 26 april
2011).
Antwoord van minister
Opstelten
(Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 juli 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2654.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Verbijstering na politiepromotie»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat hier minimaal sprake is van ongewenst en niet integer handelen van politieofficieren die een voorbeeldfunctie
hebben, zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Naar aanleiding van de conclusies van een onderzoek in opdracht van Europol, door OLAF (het Europees bureau voor fraudebestrijding),
naar een sollicitatieprocedure bij Europol is bij het KLPD een intern onderzoek gestart naar het handelen van een medewerker
die betrokken was bij deze procedure. De korpschef van het KLPD heeft mij gemeld dat uit de uitkomsten van dit recentelijk
afgesloten intern onderzoek consequenties zijn getrokken. De functionaris wordt teruggezet in rang en belast met werkzaamheden
bij een andere dienst binnen het KLPD.
Ook ten aanzien van de voormalig deputy director zijn consequenties getrokken. Hij is inmiddels belast met projectmatige werkzaamheden
binnen het KLPD. Hij bekleedt geen leidinggevende functie en ontvangt derhalve evenmin de daarbij behorende toelagen.
Ik ben van mening dat alle politiemedewerkers, ook politieofficieren, een voorbeeldfunctie hebben, zeker als het om integer
gedrag gaat.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de belangrijkste bevindingen zijn van het door Europol ingestelde interne onderzoek, alsmede het door
OLAF uitgevoerde externe onderzoek zodra dit is afgerond? Kunt u ook verklaren waarom het externe onderzoek zo extreem lang
duurt?
Antwoord 3
Gezien het vertrouwelijke karakter kunnen de bevindingen van het door OLAF uitgevoerde onderzoek niet openbaar gemaakt worden.
Een verklaring omtrent de duur van het onderzoek heb ik niet, aangezien OLAF hier zijn eigen verantwoordelijkheid in heeft.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het ongewenst is om betrokken politieofficieren te bevorderen qua schaal of functie kort nadat of terwijl
er nog onderzoeken lopen, zoals in dit geval bij OLAF? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
Antwoord 4
Ten aanzien van de betrokken politiefunctionarissen, is in verband met de onderhavige kwestie passend gereageerd. Er is geen
sprake van een bevordering.
Vraag 5
Is het u bekend dat er in het (recente) verleden tegen de politieofficier Mossink wegens niet integer gedrag een disciplinaire
maatregel is genomen door het KLPD, die resulteerde in een vroegtijdige overplaatsing en bevordering naar de Nationale recherche
(o.l.v. diezelfde heer Tom Driessen)? Zo ja, wat vindt u van dergelijke maatregelen. Zo nee, bent u bereid dit nader te (doen)
onderzoeken?
Antwoord 5
Er is in het recente verleden geen sprake geweest van een disciplinaire maatregel tegen de betreffende politieofficier. De
bedoelde overplaatsing heeft plaatsgevonden in het kader van een managementmaatregel voor een groep mensen waarvan de betreffende
politieofficier deel uitmaakte. De verplaatsing naar de dienst Nationale Recherche had te maken met de expertise van de betreffende
politieofficier en paste in zijn loopbaan. Dit was een horizontale verplaatsing en geen bevordering. Pas in de loop van de
tijd – na ruim drie jaar – heeft, op basis van de kwaliteit van werkzaamheden, tijdens de reorganisatie van de dienst Nationale
Recherche in december 2009 een plaatsing in een andere functie en bijbehorende bevordering tot commissaris binnen de dienst
Nationale Recherche van het KLPD plaatsgevonden.
Vraag 6
Welke maatregelen gaat u nemen om de frustratie en negatieve gevoelens bij politiemensen alsmede de negatieve beeldvorming
ten aanzien van werving en selectie bij de Nederlandse politie en Europol weg te nemen?
Antwoord 6
Op grond van de conclusies van de onderzoeken naar het handelen van de betrokken politieofficieren, zijn inmiddels consequenties
getrokken, zoals vermeld in het antwoord op vraag 2.
X Noot
1De Telegraaf, 21 april 2011.