Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over gedragsregels voor voormalige EU-commissarissen (ingezonden 27 september 2010).

Mededeling van staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 27 oktober 2010).

Vraag 1

Is het waar dat de Oostenrijkse oud-commissaris Ferrero-Waldner, voorheen verantwoordelijk voor het buitenlands beleid van de Europese Unie (EU), dit voorjaar is overgestapt naar twee bedrijven die nauw betrokken zijn bij haar voormalige politieke agenda?1

Vraag 2

Indien ja, acht u dit in overeenstemming met de Europese regels voor ex-bestuurders van de EU?

Vraag 3

Is het tevens waar dat het ethisch comité van de Europese Commissie, dat toeziet op bijbanen van Europese bestuurders, Ferrero-Waldner heeft gevraagd geen «gevoelige en vertrouwelijke» informatie vrij te geven?

Vraag 4

Indien ja, wie controleert of dit ook daadwerkelijk niet gebeurt?

Vraag 5

Is het waar dat oud-commissaris Verheugen een eigen lobbybedrijf is begonnen?

Vraag 6

Is het tevens waar dat de regels van de Europese Commissie uitdrukkelijk lobbyactiviteiten door oud-commissarissen verbieden?

Vraag 7

Indien ja, gaat u aandringen op het naar letter en geest toepassen van de regels voor ex-bestuurders van de EU?

Vraag 8

Deelt u de opvatting dat de regels ex-bestuurders van de EU zo spoedig mogelijk moeten worden aangescherpt om het weglekken van vertrouwelijke politieke informatie te voorkomen? Indien nee, waarom niet?

Vraag 9

Is het waar dat oud-commissarissen van de EU in aanmerking komen voor een «gewenningstoelage» die kan oplopen tot elfduizend euro per maand?

Vraag 10

Indien ja, deelt u de opvatting dat dit veel te riant is en bent u bereid aan te dringen op beperking hiervan? Indien nee, waarom niet?

Mededeling

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel over gedragsregels voor voormalige EU-commissarissen met kenmerk 2010Z13668, die werden ingezonden op 27 september 2010, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat ik de Europese Commissie heb gevraagd om aanvullende feitelijke informatie die voor de beantwoording noodzakelijk is. Deze informatie is nog niet ontvangen.

Zodra de benodigde informatie beschikbaar is wordt de beantwoording u onverwijld aangeboden.


XNoot
1

de Volkskrant, «Gedragsregels genegeerd» 24 september 2010.

Naar boven