Vragen van het lid Verburg (CDA) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over kredietverstrekking (ingezonden 27 mei 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 24 juni 2011).

Vraag 1

Kent u het rapport van de Nederlandse Bank (DNB) inzake kredietverstrekking in het eerste kwartaal van 2011?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het midden- en kleinbedrijf (MKB) – 80% van alle ondernemers – een belangrijke groei- en innovatiemotor is van onze economie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de opvatting, dat het onwenselijk is dat banken wél de kredietvoorwaarden voor grotere bedrijven versoepelen maar dit niet doen voor MKB-bedrijven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De kredietvoorwaarden voor bedrijven worden door de markt bepaald. In zijn algemeenheid is de financiering van mkb-bedrijven voor banken minder rendabel vanwege de relatief hogere transactiekosten en de gemiddeld hogere risico’s die in vergelijking met het grootbedrijf gelopen worden.

Daarom zijn verschillen in kredietvoorwaarden op zich verklaarbaar evenals verschuivingen daarin als gevolg van ontwikkelingen op de markt.

Vraag 4, 5

Bent u bereid om banken hierop aan te spreken, zodat het verschil in behandeling tussen groot- en MKB-bedrijf in kredietverlening stopt en MKB-ers als ondernemer voluit hun bijdrage kunnen leveren aan de economische ontwikkeling?

Bent u bereid de Kamer over het resultaat hiervan voor eind juni a.s. te informeren?

Antwoorden 4, 5

Voor zover verschillen in behandeling een economische verklaring hebben, ligt het niet in de rede de banken daarop aan te spreken. Voor zover dat niet het geval is, ligt hier in eerste instantie een rol voor de toezichthouders als NMa en AFM.

Die verschillen zijn geen nieuw verschijnsel. De economische effecten van die verschillende behandeling van mkb en grootbedrijf zijn wel een punt van aandacht en hebben er onder meer toe geleid dat garantieregelingen in het leven zijn geroepen om deze verschillen te mitigeren. In het advies van de expertgroep bedrijfsfinanciering, onder leiding van de heer De Swaan, zal ingegaan worden op de economische effecten van de situatie waarin mkb-bedrijven op het gebied van kredietverlening verkeren. Naar aanleiding van dat advies zal ik bezien of overleg met de banken wenselijk is. Het advies van de expertgroep zal ik u voor het eind van juni toesturen.

Zoals ik reeds aan uw Kamer meedeelde, zal de reactie op het advies van de expertgroep plaatsvinden in het kader van de Bedrijfslevenbrief, die ik u rond Prinsjesdag zal doen toekomen.


X Noot
1

FD, «Bank soepeler voor bedrijven, strenger bij hypotheken».

Naar boven