Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de dood van Haleh Sahabi, dochter van Ezzatollah Sahabi, vooraanstaand lid van de Iraanse oppositie (ingezonden 7 juni 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 juni 2011).

Vraag 1

Klopt het bericht dat Haleh Sahabi, dochter van een vooraanstaand Iraans oppositielid, op 1 juni jl. is overleden, nota bene terwijl zij de begrafenis van haar vader bijwoonde, als gevolg van ernstige mishandeling door de Iraanse politie in burger?1

Antwoord 1

Ik ben bekend met dit bericht, maar kan de inhoud ervan niet bevestigen.

Vraag 2

Zo ja, bent u bereid hierover omverwijld opheldering te vragen bij de Iraanse autoriteiten en rechtstreeks alsmede via de EU een krachtig protest te laten horen tegen deze zoveelste schanddaad van het Iraanse regime?

Antwoord 2

Nederland heeft er bij EU-partners voor gepleit de Iraanse autoriteiten om opheldering te vragen over deze zaak. Als de gang van zaken zoals weergegeven in berichten in de media blijkt te kloppen zal de EU daar scherp protest tegen aantekenen. Ik zal deze zaak ook opbrengen in bilaterale contacten.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het, in het licht van de nu wel zeer dramatische verslechtering van de mensenrechtensituatie in Iran, tijd wordt voor aanscherping van de EU sancties tegen het regime? Zo ja, welke stappen gaat u daartoe ondernemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De sancties tegen individuele Iraanse mensenrechtenschenders werden twee maanden geleden ingesteld. Nederland is voorstander van een geleidelijke uitbreiding van de huidige lijst, maar daaraan dient onderzoek vooraf te gaan en overeenstemming bereikt te worden met alle EU-lidstaten. Dat overleg is gaande.


X Noot
1

International Federation for Human Rights.

Naar boven