Vragen van het lid Irrgang (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) (ingezonden 31 mei 2011).

Antwoord van staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 juni 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het artikel» NCDO verdient corrigerende tik op de vingers»?1

Antwoord 1

Het geschetste beeld van een organisatie die enkel uit is op eigen profilering en op het beconcurreren van andere initiatieven en organisaties herken ik niet. In het nieuwe beleid voor Burgerschap & Internationale Samenwerking opereert de NCDO als kennis- en adviescentrum. De NCDO bevordert op een praktische en laagdrempelige wijze de toegankelijkheid en beschikbaarheid van kennis over en ervaringen op het terrein van Burgerschap & IS. De organisatie heeft daarin uitdrukkelijk een positie tússen overheid en samenleving. Zij hanteert naar mijn stellige indruk een open en op samenwerking gerichte houding naar overheid, politiek, de OS-sector en andere onderdelen in de samenleving. Dat brengt ook met zich mee dat zij naar buiten treedt.

Vraag 2

Is het waar dat u eind juni uitsluitsel zult geven over de toekomst van de NCDO? Zo neen, wanneer dan wel?

Antwoord 2

Rol en taken van de NCDO nieuwe stijl zijn reeds vorig jaar2 vastgesteld als onderdeel van het vernieuwde beleid voor Burgerschap & Internationale Samenwerking . Het beleidsplan van de nieuwe NCDO voor de periode 2011–2014 is in december jl. goedgekeurd op voorwaarde van aanscherping op een aantal punten. Hieraan heeft de organisatie inmiddels voldaan. In 2011 staat de nieuwe NCDO voor € 9,6 mln op de begroting.

Vraag 3

Welke taak ziet u voor het NCDO weggelegd?

Antwoord 3

Veel zaken die een direct Nederlands belang raken, hebben een internationale dimensie. De overheid investeert in de bevordering van het bewustzijn daarvan. Burgers moeten zelf weloverwogen keuzes kunnen maken. Dat kan niet zonder een publiek bewustzijn over vraagstukken van armoede en ontwikkeling en het belang van Nederland om op deze terreinen actief te zijn. Het kan evenmin zonder een geïnformeerd publiek debat over deze vraagstukken en over beleidskeuzes die ermee samenhangen. Tegen deze achtergrond omvat het werkterrein van de NCDO «nieuwe stijl» vier domeinen:

  • 1. Kennis van voor het maatschappelijk draagvlak voor internationale samenwerking relevante activiteiten en initiatieven;

  • 2. Vermaatschappelijking en bevordering van het debat over internationale samenwerking;

  • 3. Mondiaal burgerschap onder jeugd en jongeren;

  • 4. Kennis van interventiemethoden ten behoeve van burgerschap in relatie tot internationale samenwerking (inclusief effectonderzoek en evaluatie).

Vraag 4

Bent u van mening dat in tijden van bezuinigingen op het budget voor ontwikkelingssamenwerking het budget voor draagvlakbeleid eveneens herzien moet worden? Zo ja, gaat u dit doen?

Antwoord 4

Er is op het budget voor dit beleidsterrein een forse korting doorgevoerd. In 2010 was voor de NCDO «oude stijl» een bedrag van € 27 mln beschikbaar. Daarbovenop besteedden andere particuliere organisaties nog eens een ongeveer even groot bedrag uit de MFS I-subsidie aan zogenoemde draagvlakactiviteiten. Dat laatste is onder MFS II niet meer mogelijk. Voor 2011 staat voor het nieuwe beleid voor Burgerschap & Internationale Samenwerking een totaalbedrag van € 22,6 mln op de begroting (€ 13 mln voor Subsidiefaciliteit Burgerschap & OS (SBOS) en € 9,6 mln voor de nieuwe NCDO). In de Begroting voor 2012 zal ik uitsluitsel geven over het beschikbare budget in 2012 en de jaren daarna.

Vraag 5

Bent u van mening dat op een totaalbedrag van 30 miljoen euro voor draagvlakbeleid inderdaad een kenniscentrum nodig is dat van dat bedrag tussen de 9–11 miljoen euro per jaar opsoupeert? Zo ja, waarom?

Antwoord 5

De kwalificatie «opsouperen» laat ik voor rekening van de vragensteller. De vernieuwde NCDO heeft in het nieuwe beleid anders dan voorheen niet langer de rol van subsidieverstrekker. De verdeling van het beschikbare budget tussen de nieuwe Subsidiefaciliteit Burgerschap & OS (SBOS) en de NCDO als centrum voor kennis en advies (zie vraag 4) is gebaseerd op een door beide ingediend, goed onderbouwd beleids- en activiteitenplan.

Vraag 6

Hoe wilt u voorkomen dat de NCDO anderen gaat beconcurreren?

Antwoord 6

De nieuwe NCDO heeft een eigen verantwoordelijkheid, maar uit haar beleidsplan voor 2010–2014 blijkt expliciet dat niet concurrentie, maar samenwerking de rode draad is. Dat sluit aan op de beleidsbrief «Investeren in mondiaal burgerschap» en het subsidiekader «Kennis voor Burgerschap en OS». Daarin worden complementariteit en samenwerking benadrukt.

Vraag 7

Acht u het wenselijk dat IS zonder overheidssubsidie wordt gemaakt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wanneer wilt u dit gaan invoeren?

Antwoord 7

Het publieksmagazine IS is één van de instrumenten waarmee de NCDO mondiaal burgerschap bevordert. Het magazine slaagt er in een grote en brede doelgroep te bereiken. Dat een deel van de subsidie daarvoor wordt gebruikt acht ik logisch. Wel is het van belang oneigenlijke concurrentie met andere niet-gesubsidieerde bladen over internationale samenwerking te voorkomen. In regulier beleidsoverleg met de NCDO en in de Redactieraad van IS (waarin het ministerie vertegenwoordigd is) zie ik daarop toe. Ook de mogelijkheid van diversificatie van inkomstenbronnen, waardoor de subsidieafhankelijkheid verkleind kan worden, staat daarbij expliciet op de agenda.


X Noot
1

http://www.viceversaonline.nl/2011/05/vrijdagmiddagborrel-ncdo-verdient-corrigerende-tik-op-de-vingers/

X Noot
2

Staatscourant: Besluit van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 juni 2010, nr. DVL/IS -0419/2010, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 («Kennis voor Burgerschap en OS»)

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010–10236.html

Naar boven