Vragen van de leden Van Klaveren en Helder (beiden PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de mishandeling van meisjes op een verjaardagsfeest (ingezonden 28 april 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 22 juni 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2577.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Meisjes mishandeld op verjaardagsfeestje»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat twee van de daders na een nachtje cel alweer zijn vrijgelaten?

Antwoord 2

De politie heeft kort na het incident drie verdachten aangehouden. Er bestonden in deze zaak evenwel onvoldoende wettelijke gronden om hen in voorlopige hechtenis te nemen. Vanzelfsprekend zijn zij wel verdachte gebleven. Binnenkort neemt het Openbaar Ministerie een vervolgingsbeslissing.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit het vertrouwen van de slachtoffers in justitie schaadt? Bent u bereid alles in het werk te stellen om de daders zo lang mogelijk achter slot en grendel te krijgen om zo, naast het straffen en het afgeven van een signaal, de slachtoffers te beschermen?

Antwoord 3

Gezien mijn antwoord op vraag 2 deel ik deze mening niet. Door politie en justitie wordt alles in het werk gesteld om deze strafbare feiten op te sporen, bewijs te vergaren en waar mogelijk te vervolgen. Vanzelfsprekend houdt het openbaar ministerie daarbij de belangen van de slachtoffers in het oog.

Vraag 4

Worden in dat kader de daders bestraft via snelrecht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, deze zaak leent zich er niet toe om via het snelrecht te worden afgedaan omdat de zaak bewijstechnisch te complex is.

Vraag 5

Zal de schade worden verhaald op de dader(s) of hun ouders? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Indien het Openbaar Ministerie besluit de verdachten te vervolgen, kunnen de slachtoffers zich stellen als benadeelde partij teneinde hun schade op de daders te verhalen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat er vanuit mag worden gegaan dat de daders geen taakstraf krijgen opgelegd, gezien de ernst van het feit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Over de ernst van het feit en de straf die daarop kan volgen, kan ik in dit stadium van de zaak geen uitspraken doen.

Vraag 7

Bent u het eens met de minister-president dat de multiculturele samenleving is mislukt? En zo ja, deelt u de visie dat de extreme oververtegenwoordiging van Marokkanen in de criminaliteit debet is aan het volledig mislukken van het linkse experiment van de multiculturele samenleving?

Antwoord 7

Op 16 juni heeft uw Kamer een brief ontvangen met de visie die dit kabinet ten aanzien van integratie, binding en burgerschap heeft gevormd.

Vraag 8

Hoe verklaart u dat uit onderzoek van Jennissen, Blom en Oosterwaal blijkt dat ook na correctie van sociaal-economische omstandigheden Marokkanen drie keer zo vaak verdachte zijn van een misdrijf?

Antwoord 8

Uit het aangehaalde onderzoek blijkt dat niet-westerse allochtonen in vergelijking met autochtonen drie keer zo vaak als verdachte worden geregistreerd. Er bestaat geen consensus onder wetenschappers over de verklaringen voor deze oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen. Wel is men het erover eens dat omgevingsfactoren zoals sociaal-economische positie, woonomgeving, scholing, leeftijd, discriminatie en achterstelling een belangrijke rol spelen.

Vraag 9

Wat is, in dat kader, de stand van zaken met betrekking tot de denaturalisatiewet?

Antwoord 9

Sinds 1 oktober 2010 maakt de Rijkswet op het Nederlanderschap het mogelijk om de Nederlandse nationaliteit in te trekken van personen met een dubbele nationaliteit die veroordeeld zijn voor misdrijven die tegen de veiligheid van de staat zijn gericht. In het licht van de afspraken die in het regeerakkoord zijn gemaakt wordt met landen die partij zijn bij het Europees Verdrag inzake nationaliteit gesproken over mogelijkheden om de grenzen die het Verdrag aangeeft voor de intrekking van nationaliteit zo te interpreteren of verdragsrechtelijk aan te vullen dat ook de veroordeling voor bepaalde zware commune misdrijven aanleiding kan zijn tot intrekking van de nationaliteit. Het regeerakkoord noemt hierbij misdrijven waarvoor een gevangenisstraf van 12 jaar of meer opgelegd kan worden. Ik verwacht dat daarover komend najaar duidelijkheid zal ontstaan.


X Noot
1

De Telegraaf, 24 april 2011.

Naar boven