Vragen van de leden
Timmermans
en
Dikkers
(beiden PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de toename van gewelddadigheden in Oeganda (ingezonden 16 mei 2011).
Antwoord van minister
Rosenthal en staatssecretaris Knapen
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen 17 juni 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van Human Rights Watch (HRW), die de Oegandese regering oproept een onafhankelijk onderzoek
in te stellen naar recente gewelddadigheden in het Oeganda?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de oplopende spanningen in Oeganda?
Antwoord 2
Het recente hardhandige optreden van de Oegandese autoriteiten tegen demonstraties van de oppositie is reden tot zorg, evenals
de bejegening van journalisten en de media die daarmee gepaard ging.
Vraag 3
Deelt u de mening van HRW die aangeeft dat een onafhankelijk onderzoek naar recente geweldsincidenten wenselijk is?
Antwoord 3
De Oegandese regering heeft aangekondigd dat een commissie onder leiding van de state minister van Defensie onderzoek zal doen naar de gang van zaken rond de terugkeer naar Oeganda op 12 mei van oppositieleider Kizza
Besigye en binnen een week rapport zal uitbrengen. Een vertegenwoordiger van de Inter Religious Council of Uganda zal deel uitmaken van deze commissie. Daarnaast onderzoeken interne onderzoekscommissies het politieoptreden van de afgelopen
weken.
Nederland en de EU zullen aandringen op openbaarmaking van deze rapporten.
Omdat deze rapporten hoofdzakelijk door overheidsvertegenwoordigers worden opgesteld, staat de Nederlandse ambassade daarnaast
in nauw contact met de oppositie, maatschappelijke organisaties en journalisten om zich een volledig beeld van de recente
gebeurtenissen te vormen.
Vraag 4
Op welke wijze kan de EU en de internationale gemeenschap de Oegandese autoriteiten aanspreken om het terreur van geweld in
Oeganda te doorbreken? Bent u bereid om u in (inter)nationaal verband in te zetten om dit mogelijk te maken? Indien niet,
waarom niet?
Antwoord 4
De EU en de bredere internationale gemeenschap dringen zowel bij de regering als bij de oppositie aan op vreedzame politieke
dialoog. Daarnaast benadrukken de EU en Nederland het belang van vervolging van verdachten van eventuele misdrijven rond de
demonstraties van de oppositie van de afgelopen weken, ongeacht of deze misdrijven door demonstranten of door ordetroepen
zijn begaan.
In een gesprek met president Museveni op 14 mei, kort na zijn beëdiging, hebben de EU-ambassadeurs opnieuw het belang benadrukt
dat de EU hecht aan respect voor de mensenrechten en aangedrongen op een vreedzame politieke dialoog tussen regering en oppositie.
Op 13 april heeft de EU in een lokale verklaring zorgen geuit over inperking van het recht op vergadering en het recht op
vrije meningsuiting door de Oegandese autoriteiten naar aanleiding van hardhandig optreden tegen demonstranten.
Binnen de EU speelt Nederland hierbij een actieve rol, hetgeen bijvoorbeeld blijkt uit het bezoek dat vertegenwoordigers van
de Nederlandse en Ierse ambassades en van de EU-delegatie op 22 april brachten aan de op dat moment gedetineerde oppositieleider
Besigye.
Vraag 5, 6
Acht u sancties richting Oeganda wenselijk indien het geweld in het land onder leiding van de Oegandese president Museveni
blijft toenemen?
Bent u bereid deze kwestie actief op de agenda van de EU en de VN te zetten, zodanig dat er snel concrete stappen worden ondernomen?
Zo niet, waarom niet?
Antwoord 5, 6
Op dit moment zijn de inspanningen van de EU en Nederland er op gericht om regering en oppositie te bewegen tot vreedzame
dialoog en nieuwe gewelddadigheden in Oeganda te voorkomen. Nederland zal zich hier ook de komende tijd actief voor blijven
inzetten in bilateraal en multilateraal kader. Sancties zijn op dit moment nog niet aan de orde.
X Noot
1Human Rights Watch – May 8, 2011 – Uganda: Launch Independent Inquiry into killings.