Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de manier waarop de Kamer wordt geïnformeerd over zaken betreffende het Koninklijk Huis (ingezonden 9 juni 2011).

Antwoord van minister-president Rutte (Algemene Zaken), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 16 juni 2011).

Vraag 1 en 2

Waarom is de Tweede Kamer via de Commissie IVD geïnformeerd over betalingen van de kroonprins – in het kader van een vastgoedproject – via een belastingparadijs?1

Kunt u aangeven waarom dit geheime en staatsgevaarlijke informatie betreft, die in het kader van de nationale veiligheid niet op de reguliere manier met de Tweede Kamer kan worden gedeeld?

Antwoord 1 en 2

In de opmaat naar het debat tussen de minister-president en de Tweede Kamer inzake de begroting van het ministerie van Algemene Zaken en de begroting van de Koning op 8 oktober 2009 brachten media prominent het nieuws dat de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten onderzoek zouden hebben gedaan naar het project in Mozambique.

In reactie hierop heeft de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten omtrent deze berichtgeving ingelicht.

Informatie over privébetalingen, ook die van leden van het Koninklijk Huis, dient privé te blijven, tenzij er een belang, in de zin van openbaar belang als bedoeld in mijn brief van 24 mei 2011 over modern Koningschap, mee is gediend om het aan de orde te stellen in de Tweede Kamer. Ik zie daarom geen aanleiding, gelet op het privékarakter van de betalingen, nadere informatie hierover aan de Tweede Kamer te verstrekken. Het openbaar belang is met deze betalingen namelijk niet geraakt.

Niet alleen hierom, maar ook omdat de Commissie IVD daarmee in een ongemakkelijke positie wordt gebracht, zal het verstrekken van dergelijke informatie aan de Commissie IVD in de toekomst niet worden herhaald.

De reden dat het openbaar belang niet wordt geraakt is gelegen in het volgende. De RVD heeft onlangs laten weten dat de Prins van Oranje uit eigen beweging destijds heeft meegedeeld dat in 2007 een betaling op een van de Kanaaleilanden is gedaan. Dit betreft de courtage voor iemand die makelaarsdiensten heeft verricht, niet in opdracht van de Prins en Prinses.De andere betalingen waren niet in een «belastingparadijs». De Prins van Oranje en Prinses Máxima der Nederlanden hebben door de wijze van betalen geen enkel financieel of fiscaal voordeel behaald. Zij hebben bij de betalingen voldaan aan alle nationale en internationale wet- en regelgeving. De Prins en Prinses hebben alle verschuldigde belastingen voldaan.

Overigens betreur ik het dat deze informatie in de openbaarheid is gekomen.

Vraag 3

Welke onderwerpen betreffende het Koninklijk Huis zijn de afgelopen tien jaar nog meer in de genoemde commissie besproken?

Antwoord 3

De CIVD brengt jaarlijks een openbaar verslag van haar werkzaamheden uit, waarin zij aangeeft welke onderwerpen in de Commissie zijn besproken. Ik verwijs kortheidshalve naar deze verslagen. De werkwijze van de Commissie IVD heeft inherente beperkingen ten aanzien van hetgeen openbaar gemaakt kan worden. Er is van de zijde van de minister van BZK, uit de aard van de CIVD zelve, geen ruimte om meer informatie te verstrekken dan reeds in de verslagen van de Commissie IVD is opgenomen.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat de Commissie IVD niet is bedoeld om voor de regering onwelgevallige informatie buiten de openbaarheid te houden?

Antwoord 4

Ja

Vraag 5

Bent u bereid de Tweede Kamer een visiestuk te sturen wanneer informatie naar uw opvatting moet worden gekwalificeerd als «geheim»?

Antwoord 5

Voor het rubriceren van bijzondere informatie zijn regels gesteld in het VIRBI (Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst-Bijzondere Informatie).

Bijzondere informatie wordt onderscheiden in staatsgeheime en in niet-staatsgeheime bijzondere informatie. Er is sprake van een staatsgeheim als het belang van de Staat of zijn bondgenoten in het geding is en indien kennisname door niet gerechtigden kan leiden tot schade aan deze belangen. Er is sprake van niet-staatsgeheime bijzondere informatie indien kennisname door niet gerechtigden kan leiden tot nadeel aan het belang van één of meer ministeries.


X Noot
1

de Volkskrant, «Kabinet deed «stiekem» over betaling Oranjes», 8 juni 2011.

Naar boven