Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het beëindigen van de Huygens-beurzen en de gevolgen voor Nederland als mondiale kenniseconomie (ingezonden 21 april 2011).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 juni 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Een nieuwe ambitieboete»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de signalen van de in het buitenland studerende Nederlandse studenten die aangeven dat door beëindiging van de Huygens beurzen in feite een nieuwe ambitieboete wordt ingevoerd?

Antwoord 2

De kwalificatie «nieuwe ambitieboete» deel ik niet. Uiteraard kan ik mij voorstellen dat de beëindiging van het HSP als pijnlijk wordt ervaren. Excellentie en internationalisering blijven echter aandachtspunten van beleid.

Vraag 3

Deelt u de mening dat met beëindiging van deze internationale studiebeurs de positie en ontwikkeling van o.a. academische toptalent uit Nederland onder druk komt te staan?

Zo nee, waarop baseert u dat?

Antwoord 3

Nee. Er zijn andere wegen waarlangs ons toptalent tot bloei kan worden gebracht. Ik denk hier met name aan het Sirius Programma van de afgelopen jaren. In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek doe ik nadere voorstellen voor het bevorderen van excellentie.

Vraag 4

Kunt u aangeven wat de logica en feitelijke onderbouwing is achter de in uw beleidsbrief2 opgenomen zinsnede dat «het Huygens Scholarship programma beëindigd wordt, mede vanwege het beperkte aantal bursalen»? Hoe is dit afgewogen tegen het belang en het effect van een dergelijk belangrijk internationaal beurzenprogramma?

Antwoord 4

Mijn overweging om deze subsidie te beëindigen is gelegen in het feit dat slechts een beperkte groep studenten kan profiteren van deze regeling. Ik heb bij het invullen van de subsidietaakstelling prioriteit gegeven aan het in stand houden van de infrastructuur voor de internationalisering van het hoger onderwijs, die een breder bereik heeft.

Het totaal aantal buitenlandse studenten in Nederland (alle mobiliteit meegerekend) is in de afgelopen jaren gegroeid naar bijna 60 000 in 2010. Het totaal aantal Nederlandse studenten in het buitenland is de afgelopen jaren toegenomen tot iets meer dan 20 000 in 20103. In 2010 waren er 239 internationale (=instroom) en 122 Nederlandse (=uitstroom) Huygens bursalen (Nuffic). Het aantal Huygens bursalen vormt van dit geheel dus een klein aandeel, voor een relatief groot bedrag.

Vraag 5

Op welke wijze en in welke mate verwacht u dat de onderwijssector nog in staat is om zelf beleid te voeren en de financiële middelen op te brengen voor een dergelijke beursvorm, zeker in het licht van de bezuinigingen die u generiek doorvoert in het hoger onderwijs?

Antwoord 5

Er bestaan naast HSP diverse instellingsspecifieke, Europese en private fondsen voor internationale mobiliteit, zoals de VSBfonds beurs, Erasmus Mundus en de McKinsey beurs. Ik ga er vanuit dat deze in stand blijven. Daarbij zou ik het gerechtvaardigd vinden als in tijden van noodzakelijke overheidsbezuinigingen een groter beroep kan worden gedaan op investeringen uit particuliere hoek. De Nuffic onderzoekt de mogelijkheid om met privaat geld ook in de toekomst onder de naam Huygens Scholarship Programme beurzen aan studenten te verstrekken.


X Noot
1

«Een nieuwe ambitieboete», ScienceGuide – 19 april 2011.

X Noot
2

Beleidsbrief staatsecretaris Zijlstra – «herziening subsidiebeleid onderwijssubsidies» – 8 april 2011 – kenmerk 264063.

X Noot
3

Nuffic, Mobiliteit in beeld 2010

Naar boven