Vragen van de leden Koopmans en Van Bochove (beiden CDA) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de opname van de Noordoostpolder (NOP) in de voorlopige Werelderfgoedlijst van UNESCO (ingezonden 18 mei 2011).

Mededeling van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 15 juni 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het feit dat de gemeenteraad van de Noordoostpolder (NOP) tegen de opname van de NOP op de Werelderfgoedlijst van UNESCO heeft gestemd op 28 april 2011?

Vraag 2

Bent u van mening dat de NOP van de lijst gehaald moet worden, gezien het gebrek aan draagvlak in de gemeente? Zo ja, per wanneer kan de NOP dan daadwerkelijk van de lijst worden gehaald?

Vraag 3

Indien de gemeente NOP ruimschoots vóór 10 april 2011 aan de regering had aangegeven dat ze de NOP niet op de voorlopige Werelderfgoedlijst van UNESCO had geplaatst willen zien worden, was dit dan ook niet gebeurd?

Mededeling

De door de leden Gerbrands (PVV), Koopmans (CDA) en Van Bochove (CDA) aan mij gestelde twee sets vragen, 12 en 26 mei, over de mogelijke toevoeging van de Noordoostpolder aan de Werelderfgoedlijst kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van uitstel is dat er nog nadere afstemming moet plaatsvinden met het ministerie van OC&W.

Naar boven