Vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de mogelijke toevoeging van de Noordoostpolder aan de Werelderfgoedlijst (ingezonden 29 april 2011).

Mededeling van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 15 juni 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «De polder wil geen museum zijn»?1

Vraag 2

Bent u bekend met de voorwaarden en gevolgen die behoren tot de gebieden en gebouwen die behoren tot Werelderfgoedlijst, zoals een beperking bij de aanvraag van een bouwvergunning?

Vraag 3

Heeft u de situatie in de Noord-Hollandse Beemster nader onderzocht, waar ondernemers en agrariërs klagen dat het vestigingsklimaat sinds de toevoeging van hun regio aan de Werelderfgoedlijst minder aantrekkelijk is geworden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kunt u nader verklaren of u bereid bent om het draagvlak onder de burgers en ondernemers bindend te verklaren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u met ons van mening dat de Noordoostpolder niet op de Werelderfgoedlijst moet komen om te voorkomen dat naast de bezwaren van bewoners, ook de bestaande akkerbouw- en veeteeltbedrijven belemmerd zullen worden in hun bedrijfsvoering en de innovatie van hun bedrijf in de regio?

Mededeling

De door de leden Gerbrands (PVV), Koopmans (CDA) en Van Bochove (CDA) aan mij gestelde twee sets vragen, 12 en 26 mei, over de mogelijke toevoeging van de Noordoostpolder aan de Werelderfgoedlijst kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van uitstel is dat er nog nadere afstemming moet plaatsvinden met het ministerie van OC&W.


X Noot
1

de Volkskrant, 28 april 2011.

Naar boven