Vragen van de leden Koppejan en Verburg (beiden CDA) aan de staatssecretaris en de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (ingezonden 15 maart 2011).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 31 mei 2011).

Vraag 1

Kunt u uiteenzetten in welke beleidsstukken die zijn verschenen sinds het aantreden van dit kabinet, er specifiek aandacht is besteed aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In de «Bedrijfslevenbrief» (Kamerstuk 32 637, nr. 1) wordt duurzaamheid als één van de toetsingskaders gehanteerd; in hoeverre valt hier ook MVO onder? Vallen ook sociale aspecten, zoals het respecteren van de normen van de International Labour Organisation (ILO) en andere mensenrechten onder de definitie van duurzaamheid die het kabinet hanteert?

Antwoord 2

De regeling toeslag extreme zorgbehoefte is gediend met een goede evaluatie. Het belangrijkste vind ik dat de extra middelen die via deze regeling worden ingezet, ook daadwerkelijk effect sorteren en goed bijdragen aan het welzijn en de zorg voor de cliënten. De NZa verwijst in haar advies naar het belang dat deze vraag wordt beantwoord door het CCE.

De NZa is een belangrijke partij, maar ik wil tevens de CCE consulteren en de zorgkantoren horen, die hier ook bij betrokken zijn. Op basis van de weging van de informatie van deze partijen zal ik besluiten hoe verder te gaan.

Vraag 3

In hoeverre wordt het tot op heden gevoerde beleid op het gebied van MVO voortgezet in het door het kabinet voorgestane bedrijvenbeleid?

Antwoord 3

De aanbevelingen van de NZa zijn zeer zinvol en goed bruikbaar. Deze zal ik zeker betrekken bij de verdere evaluatie en een bijstelling van de regeling. De genoemde motie is overigens verworpen.

Vraag 4

In welke mate wordt bij de beslissing tot ondersteuning vanuit de minister van Buitenlandse Zaken en/of Ontwikkelingssamenwerking, de prestaties en het commitment van de desbetreffende onderneming op het gebied van MVO betrokken? Welke rol spelen de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ondernemingen hierbij?

Antwoord 4

Deze zijn bijgevoegd.

Vraag 5

Welke rol ziet u weggelegd voor het maatschappelijk middenveld bij het benoemen en aanpakken van sectorspecifieke knelpunten en belemmeringen op het gebied van MVO?

Antwoord 5

Vanuit meerdere kanalen zal ik informatie inwinnen om te bekijken hoe met deze regeling in de toekomst om te gaan. Dat zal een integrale weging zijn. Ik verwacht daarover uw Kamer in dit najaar te kunnen berichten.

Naar boven