Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het verbod van brandweerlieden om kritiek te leveren (ingezonden 27 april 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 24 mei 2011).

Vraag 1 en 2

Wat is uw opvatting over de brief die een aantal (vrijwillige) brandweermensen heeft gekregen van het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio Kennemerland over kritiek die zij in de media hebben geuit?1

Op grond waarvan zouden deze brandweermensen in overtreding zijn?

Antwoord 1 en 2

Ik constateer dat de directie van de brandweer van mening was dat een aantal brandweermensen in strijd met de geldende gedragscode had gehandeld. De brief is, na persoonlijk contact met de betrokken medewerkers, vervolgens door de directie van brandweer Kennemerland ingetrokken. Het is onder deze omstandigheden niet aan mij om een oordeel over die brief uit te spreken.

Vraag 3

In welke andere veiligheidsregio’s wordt brandweermensen soortgelijke beperkingen opgelegd?

Antwoord 3

Navraag bij het College van Arbeidszaken van de VNG leert dat niet centraal wordt geregistreerd in welke veiligheidsregio’s gedragscodes worden afgesproken. Het is nadrukkelijk een werkgeversverantwoordelijkheid om in overleg met werknemers, bijvoorbeeld via de ondernemingsraad, nadere afspraken te maken. Binnen veel organisaties is het gebruikelijk dat mediaoptredens die de werksfeer betreffen ook onder deze nadere afspraken vallen.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat (vrijwillige) brandweermensen Kamerleden of journalisten te woord moeten kunnen staan en dat dit niet per definitie dient te lopen via de leidinggevende of de communicatieafdeling?

Antwoord 4

Ik ben van mening dat indien in gedragscodes tussen werkgever en (vrijwillige) werknemer bepaalde afspraken zijn vastgelegd over contacten met de media daaraan in beginsel moet worden voldaan.

Vraag 5

Hoe gaat u verzekeren dat Kamerleden en journalisten zich op de hoogte kunnen blijven stellen van de opvattingen van brandweermensen?

Antwoord 5

Aan die mogelijkheid wordt in geval van een gedragscode als de onderhavige geen afbreuk gedaan.


X Noot
1

De brief is geanonimiseerd verstrekt aan de bewindspersoon.

Naar boven