Vragen van het lid
Smits
(SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over onderwijsassistenten die worden ingezet als goedkope leerkrachten
(ingezonden 27 september 2010).
Antwoord van minister
Rouvoet
(Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 15 oktober 2010).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «onderwijsassistenten misbruikt als goedkope leerkrachten»?1
Antwoord 1
Het is niet wenselijk dat onderwijs- en klassenassistenten worden ingezet voor taken waar zij niet voor zijn opgeleid en/of
niet voor worden beloond. De kwaliteit van leraren is van doorslaggevend belang voor de prestaties van leerlingen. Daarom
moeten we alles op alles zetten om goede, bevlogen en bevoegde docenten voor de klas te krijgen en de huidige docenten zoveel
als mogelijk te behouden.
Ik zet me dan ook in om het aandeel onbevoegd gegeven lessen te verminderen. Daarvoor hebben wij ook het Actieplan LeerKracht
opgesteld.
Daarnaast raad ik, precies zoals de heer Rog aangeeft in het artikel, assistenten die zich benadeeld voelen aan zich te melden
bij de bonden en de MR bij hen op school. De medezeggenschapsraden en de onderwijsbonden kunnen op deze manier hun positie
innemen om samen met werkgevers(organisaties) het scholingsbeleid binnen scholen voortvarend ter hand te nemen en on(der)bevoegdheid
en de verkeerde inzet van personeel te bestrijden.
Vraag 2
Onderschrijft u de getallen van het onderzoek van het CNV dat 75 procent van de klassen- en onderwijsassistenten zelfstandig
lesgeeft bij vervanging van een zieke leraar, 85 procent van hen leerlingen begeleidt op basis van instructie en handelingsplannen,
77 procent van hen werk van leerlingen nakijkt, 74 procent van hen de voortgang van leerlingen volgt en bespreekt met de leraar
en 51 procent van hen assisteert en participeert bij oudergesprekken? Zo nee, bent u bereid de onderwijsinspectie onderzoek
te laten doen naar de juiste omvang?
Antwoord 2
Kerntaak in de functie van onderwijsassistent is het ondersteunen van de leraar op zijn aanwijzingen bij het verrichten van
onderwijsinhoudelijke taken en het begeleiden van leerlingen bij de verwerving van vaardigheden. Zolang bovengenoemde werkzaamheden
plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van een bevoegde docent zie ik hier geen probleem. Echter, geen van de ondersteuners
kan worden belast met de volledige vervanging van zieke leraren en als invaller het zelfde werk doen als de leraar.
Om goed toezicht te kunnen blijven houden ben ik voornemens de Wet op het onderwijstoezicht te wijzigen waardoor de inspectie
ook gaat toezien op de kwaliteit van het leraarschap en op het vraagstuk van bevoegdheden. De inspectie is bezig de consequenties
hiervan voor het toezicht uit te werken.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het slecht is voor de kwaliteit van het onderwijs wanneer klassen- en onderwijsassistenten zelfstandig
voor de klas staan, omdat ze hiervoor niet zijn opgeleid? Zo ja, waarom gebeurt dit dan wel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat
gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat enkel gekwalificeerd personeel deze taken uitvoert?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Daarnaast zet ik mij ook op andere manieren in om het aandeel onbevoegd gegeven lessen te verminderen. Er is veel geld uitgetrokken
voor een betere beloning om bevoegde leraren aan te trekken en de lerarenopleiding aantrekkelijker te maken. Er wordt daarnaast
ingezet op scholing van zij-instromers en een lerarenbeurs waarmee bevoegde docenten hoger of breder bevoegd kunnen worden.
Vraag 4
Bent u bereid om uw bezuiniging van 90 miljoen euro op het basisonderwijs terug te draaien nu blijkt dat geldgebrek een van
de redenen is dat scholen klassen- en onderwijsassistenten taken laten uitvoeren waarvoor zij niet zijn opgeleid en ingeschaald?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Geldgebrek kan in principe geen rol spelen in situaties waarbij sprake is van vervanging van zieke leraren. Scholen ontvangen
immers middelen voor het vervangen van leraren vanuit het vervangingsfonds. Het is daarnaast zeer de vraag of situaties waarbij
medewerkers in ondersteunende functies te laag worden ingeschaald zich laten verklaren door geldgebrek. De omvang van de bekostiging
is voldoende om voor iedere klas een bevoegde leraar aan te stellen en daarnaast een aantal ondersteunende functies te creëren.
Het is aan schoolbesturen om hier de optimale keuzes te maken binnen de grenzen van de wet en bindende afspraken over arbeidsvoorwaarden.
Ik wijs er daarnaast op dat deze bezuiniging destijds genomen is in verband met de economische crisis. Ik zie dan ook geen
mogelijkheden deze bezuinigingsmaatregel terug te draaien omdat hiervoor geen financiële dekking aanwezig is. Door te kiezen
voor een bezuiniging op het budget bestuur en management is het signaal gegeven dat de bezuiniging niet ten koste mag gaan
van het werk in de klas.
XNoot
1 Schooljournaal «Onderwijsassistenten misbruikt als goedkope leerkrachten», 18 september 2010.