Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister voor Immigratie en Asiel over een groepsuitzetting naar Irak waar veel jonge kinderen bij zijn betrokken (ingezonden 7 april 2011).

Antwoord van minister Leers (Immigratie en Asiel) (ontvangen 23 mei 2011).

Vraag 1

Is het bericht waar dat woensdag aanstaande een groepsuitzetting naar Irak gepland is, waarbij veel minderjarige kinderen zijn betrokken?

Antwoord 1

Ja. Op donderdag 7 april 2011 zijn zes Iraakse gezinnen (dertien volwassenen en dertien minderjarigen) uitgezet naar Irak.

Vraag 2

Hoe verhoudt deze groepsuitzetting zich tot de uitspraak van het Europese Hof over uitzettingen naar Irak van oktober 2010?

Antwoord 2

Na de brief van 22 oktober 2010 van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens betreffende de gedwongen terugkeer naar Bagdad heeft het Hof nog twee brieven gestuurd, waarvan de laatste dateert van 23 november 2010. In brieven aan uw Kamer van 24 november 2010 en 15 februari 2011 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 19 637, nr. 1 375 en nr. 1399) heb ik de betekenis van de brief van 23 november 2010 toegelicht. Zoals ik in deze brieven heb gemeld, kunnen sinds de brief van het Hof van 23 november 2010 weer uitzettingen naar Irak plaatsvinden.

Vraag 3 en 4

Deelt u de mening dat deze minderjarige kinderen bij aankomst niet in detentie terecht mogen komen? Zo nee, waarom niet?

Kunt u bevestigen dat deze minderjarige kinderen niet in detentie terechtkomen bij aankomst? Zo nee, welke stappen gaat u ondernemen om dat te voorkomen?

Antwoord 3 en 4

Ik heb geen aanleiding om aan te nemen dat deze gezinnen in detentie terecht zijn gekomen na aankomst in Irak.

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden voordat deze groepsuitzetting plaatsvindt?

Antwoord 5

Nee. Deze kamervragen werden eerst op 7 april 2011 in de middag ontvangen.

Naar boven